Op woensdag 3 mei vond in de senaatszaal van de Universiteit Utrecht ‘Onze steden’ plaats, de tweede bijeenkomst van een reeks debatten en bijeenkomsten getiteld: Wat het nieuwe kabinet zich moet realiseren. Onder leiding van Paul ‘t Hart gingen drie wetenschappers de dialoog aan met Job Cohen en Bert van Delden over grotestedenproblematiek, stedelijke transities, smart cities en het verschil tussen stad en land, oftewel: wat het nieuwe kabinet zich moet realiseren over onze steden.
Vom- en VB-tour
‘Onze steden’ is de tweede bijeenkomst in de VOM- en VB-tour Wat het nieuwe kabinet zich moet realiseren. Voor een verslag van de eerste bijeenkomst, klik hier.
De eerste wetenschapper die het woord neemt is historicus Maarten Prak. De expertise van Prak ligt op het gebied van de ontwikkeling van burgerschap in stedelijke gebieden. De stad en het hedendaagse bestuur van de stad valt niet te vatten zonder deze in historisch perspectief te plaatsen, opent hij. Nederland kende tijdens de tijd van de Republiek sterk lokaal bestuur. Het Franse gezag reduceerde dat lokale bestuur tot zogezegd ‘blotelijk administratieve lichamen’ en transformeerde en exporteerde de macht naar Den Haag. Maar nu het vertrouwen in nationale overheden onder druk staat, is het tijd om macht en bevoegdheid weer meer bij de lokale overheid te leggen. Prak beseft dat dit een grote stap gaat worden met veel onzekerheden, maar dat we het bestaande moeten loslaten om te komen tot een toekomstbestendige relatie tussen overheid en burger.’
‘Nu het vertrouwen in nationale overheden onder druk staat, is het tijd om macht en bevoegdheid meer bij de lokale overheid te leggen’
Na Prak neemt Pieter Hooimeijer het woord. Hooimeijer is geograaf en verbonden aan het Institutions for Open Societies (IOS), mede-organisator van de dialoog. Hij gelooft niet zo in een versterkt lokaal bestuur als oplossing voor de tanende legitimiteit van de overheid. Gemeenten kunnen de verantwoordelijkheid van de drie decentralisaties van 2015 al nauwelijks aan. Wel is Hooimeijer het eens met Prak dat nationale overheden niet meer de centrale actor van weleer zijn die de concurrentie met elkaar aangaan in het internationale speelveld. Metropoolregio’s zijn de spelers op het wereldtoneel en vanuit die wetenschap moet het nieuwe kabinet aan de slag gaan.
Beleidsmatig gevormd
Als laatste van de drie wetenschappers krijgt Maarten Hajer het woord. Hajer is politicoloog en onderzoekt de toekomst van de stad. ‘Maar hoe bedrijf je wetenschap over iets dat je niet weet, omdat het nog niet bestaat’, vraagt hij aan de zaal. ‘De mens zoekt naar zekerheid en vastigheid in het verleden, want het kan het heden nog maar nauwelijks aan. Laat staan dat de mens met een vrije geest de toekomst tegemoet ziet.’ Volgens Hajer moet de stad niet worden gezien als een natuurlijk verschijnsel, maar als iets dat beleidsmatig is gevormd. Vanuit die optiek vallen problemen die zich voordoen ook een stuk beter te begrijpen. Door het beleid om van vastgoed een handelswaar te maken, zijn binnensteden onbetaalbaar geraakt en is leegstand rendabel geworden. Dit laatste noemt hij de affordability crisis.
‘Metropoolregio’s zijn de nieuwe spelers op het wereldtoneel’
Na de drie keynotes van de wetenschappers roept Paul ‘t Hart Job Cohen en Bert van Delden naar voren. Cohen kennen we nog als oud-burgemeester van Amsterdam en oud-partijleider van de PvdA. Hij neemt voor de gelegenheid de rol van minister van Binnenlandse Zaken op zich. Van Delden is directeur Agenda Stad aan hetzelfde ministerie en vertegenwoordigt de beleidskant.
Volgens Van Delden gaat Den Haag in toenemende mate over steeds minder. Bevoegdheden verschuiven enerzijds naar Europa en anderzijds naar gemeenten. Toch houdt het rijk halsstarrig vast aan het monopolie op het innen van belastingen en krijgen pilots om te experimenteren met andere vormen van gemeentelijke inkomsten nog te weinig de ruimte. Volgens Van Delden zou het een goed begin zijn om koplopers op dit gebied meer in het zonnetje te plaatsen om innovatie te bevorderen. Daarin ligt de toegevoegde waarde voor de rijksoverheid en met dit concrete advies kan het kabinet aan de slag.
Minister
Het woord is aan ‘de minister’. Alsof het een waar kamerdebat betreft geeft Paul ‘t Hart met deze woorden de beurt aan de gelegenheidsminister. Cohen kan zich vinden in de woorden van zijn voorgangers over meer decentraal gezag, maar geeft aan dat daar niet de prioriteit zou moeten liggen. Meer of minder bevoegdheid voor de ene of de andere bestuurslaag lost geen fundamenteel probleem op als er niet eerst kritisch gekeken wordt naar hoe het huidige stelsel werkt. ‘Ons juridische stelsel loopt achter op de situatie die is ontstaan sinds de decentralisaties. Eerst moeten er een flinke juridische herinrichting plaatsvinden voor we verder kunnen decentraliseren.’
Verder geeft hij de zaal mee dat hij niet snapt dat het woord veiligheid nog niet gevallen is, omdat een leefbare stad begint bij een veilige leefomgeving. Cohen sluit zich aan bij de woorden van Prak: zo lokaal mogelijk bestuur bijdraagt aan de veiligheid. In zijn tijd als burgemeester van Amsterdam werkten de gedecentraliseerde stadsdeelbesturen als haarvaten van de samenleving om potentiële spanningen, bijvoorbeeld rond het verschijnen van Fitna in 2008, snel in kaart te brengen.
De avond wordt afgesloten met een vragenronde van de zaal voor de gasten. Masterstudent Tjeerd Kruijt is benieuwd wat Job Cohen voor aanpak voorstelt voor de onbetaalbare stad die ontstaat door de affordability crisis. Cohen antwoordt dat hij het kabinet wil meegeven dat steden de ruimte moeten zoeken om uit te breiden. Het verdichten van stadscentra heeft deze onbetaalbaar gemaakt en daarom moet er creatief omgesprongen worden met de omgeving. Zandvoort omdopen tot Amsterdam Beach is hier een goed voorbeeld van; door de omgeving te benutten hoeft er geen sociale woningbouw meer plaats te maken voor dure hoogbouw. Tegen tienen waren allen het er over eens dat het kabinet een hoop moet realiseren wanneer het aankomt op onze steden. Meer lokaal, maar zonder roekeloos te decentraliseren.
Geef een reactie