Het is zover. Eindelijk komt er aandacht voor de wijze waarop de centrale overheid samenwerkt met de decentrale overheid, constateert Patrick Spigt. En dat is hard nodig, want we hebben onszelf door wildgroei in de verdeling van decentrale overheidstaken flink in de problemen gebracht.
Of zoals professor Elzinga (Staatsrecht) het verwoordt in Naar nieuwe vormen van decentraal bestuur: ‘Bij de taaktoedeling aan decentrale bestuurslichamen en andere instituties is weinig consistentie en dat levert een rommelig decentraal bestuur op.’ Als ambtenaar kan ik dat alleen maar bevestigen, het is tijd voor actie!
Gelukkig heeft minister Bruins Slot daarom nu de Actieagenda Sterk Bestuur aangekondigd. Zo moeten overheden beter samenwerken om uitvoerbaar beleid te maken en is er aandacht voor een passende verdeling van taken en bevoegdheden. Ook komt er meer balans in ambities, taken, middelen en uitvoering met een goede ondersteuning aan provincies, gemeenten en waterschappen.
Te veel variatie
De Actieagenda is een vervolg op bovengenoemd onderzoek van professor Elzinga. Zijn kernboodschap is dat er te veel variatie is in de taakverdeling tussen de overheden.
Het begon allemaal zo simpel met de klassieke taakverdeling tussen het rijk, provincies en gemeenten. Maar inmiddels kennen we nu decentraal bestuur, uitvoerend bestuur, territoriale decentralisatie, functionele decentralisatie, deconcentratie, zelfstandige bestuursorganen, verlengd lokaal, provinciaal bestuur, en nog veel meer.
‘De moeizame samenwerking tussen ministeries levert problemen op voor decentrale overheden’
En dan heb ik nog niet gehad over de moeizame samenwerking tussen de verschillende ministeries, die ook weer de nodige decentrale problemen opleveren doordat zij sectorale opdrachten verstrekken. Of met de woorden van Elzinga: de linkerhand weet vaak niet wat de rechterhand doet.
Om de belangrijkste problemen te verduidelijken, bespreek ik kort mijn reactie op de zeven kernaanbevelingen van professor Elzinga.
- Er moet meer samenhang komen en minder verkokering
Eigenlijk is dat een open deur voor alle grotere organisaties, intern en extern. Organisatieonderdelen zien vaak te veel alleen hun eigen belang, waardoor een conflictmodel ontstaat. Hoewel dat in het verleden soms heeft geleid tot checks and balances, leidt het nu al enige tijd tot stagnatie. Er is te weinig focus om het algemeen belang gezamenlijk te dienen. Decentrale overheden staan daardoor vanuit verschillende hoeken onder druk en hebben niet meer de capaciteit en middelen om daar goed mee om te gaan. De Raad van Europa ziet zelfs dat de democratische controle door de complexe taakverdelingen is afgenomen. Er is bewust of onbewust te veel willekeur ontstaan bij het beleggen van met name (sectorale) medebewindstaken.
- Posities moeten horizontaler en evenwichtiger zijn bij taaktoedeling
Deze aanbeveling volgt uit de eerste aanbeveling. De afgelopen jaren is er steeds meer afstand gekomen tussen de decentrale overheden en het rijk. Het vertrouwen in elkaar is afgenomen doordat afspraken niet zijn nagekomen en de gemeenten verworden zijn tot een lokaal geknevelde “zetbaas” van het rijk. Dit vraagt om een ander gesprek. De uitkomst van dat gesprek zal inderdaad moeten leiden tot een horizontalere relatie met meer evenwicht en wederzijds respect.
- Er moet een herziening komen van de financiële arrangementen
De afgelopen jaren zijn decentrale overheden steeds meer autonomie verloren door slechte en complexe financiële arrangementen. De uitdijende (financiële) controleverplichtingen, beperkte beleidsvrijheid en financiële tekorten zijn onhoudbaar geworden.
Daarbij komt dat er nu structureel financiële onzekerheid is gecreëerd voor gemeenten vanaf 2026. Het gevolg is dat gemeenten minder kunnen investeren in de grote opgaven en dat hun klassieke taken nog verder onder druk staan. Het is cruciaal dat het gesprek over dit onderwerp zuiver wordt gevoerd. Zonder “stinkeieren”, discussies over het eigen belastinggebied of mogelijkheden tot efficiency.
- Er moeten wettelijke aanpassingen komen
Ik sluit me aan bij dit advies, maar dan voornamelijk door te schrappen. De voornaamste reden waarom het een rommeltje is geworden komt doordat er steeds is afgeweken van de traditionele taakverdeling.
- Medeondertekening van de minister van BZK
Natuurlijk is een coördinerende rol van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) noodzakelijk als het rijk denkt dat zij niet op een eenduidige wijze kan samenwerken met de decentrale overheid. Grapje! Het is goed om onze governance te herijken en daarbij BZK een belangrijke rol te geven.
- Nader onderzoek naar nieuwe formats voor regionaal bestuur
Hoewel ik deze aanbeveling goed begrijp, adviseer ik om al steviger richting te geven. Maak het simpel, schrap de varianten die bewust of onbewust hebben geleid tot een democratisch gat. Hier ligt ook een belangrijk verbeterpunt voor de decentrale overheden. Het kan simpeler en meer samen in de regio. Ik vergelijk dit met een Vereniging van Eigenaren. Onderdeel zijn van één VvE is toch vaak al meer dan genoeg?
- Nader onderzoek naar vormen van conflictbeslechting
Het klopt dat de conflicten niet goed worden opgelost. De vraag is of dat juridisch onderzocht en geformaliseerd moet worden of dat er gewoon een betere escalatieladder binnen de overheid moet komen met een helder besluitvormingsproces. De buitenwereld ziet ons als één overheid. Laten we dat dan ook goed regelen, zonder formele juridische procedures.
Niet langer wachten
Het is goed dat BZK nu de handschoen oppakt, omdat de belangrijke opgaven van deze tijd vragen om een herijking van onze manier van werken. We hebben niet de middelen en capaciteit om daar langer mee te wachten. Ik hoop dat de Actieagenda helpt om de samenwerking tussen de centrale en decentrale overheid te verbeteren. Het wordt tijd dat we samen sterker worden!
Geef een reactie