Het staat als een paal boven water: de overheid moet nu eindelijk alles op alles zetten om digitaal eenvoudig toegankelijk te worden. De kansen om nieuwe technologieën toe te passen, die een fundamentele verbetering van die toegankelijkheid mogelijk maken in vergelijking met de huidige situatie, liggen voor het oprapen. Maar dan moeten we binnen de overheid bereid zijn tot verandering van gedrag. Dat begint met het redeneren vanuit inwoners en ondernemers. Wat is de vraag en hoe kunnen we daarop inspelen? En in die trant doorredenerend zullen we meer en meer tot gezamenlijke arrangementen moeten komen in de overheid. En met die arrangementen zal men naar buiten moeten treden. De gezamenlijke aanpak van de overheden zal ‘life events’ zoals verhuizen, werkloos worden, geboorte, een onderneming starten, je eerste medewerker aannemen, gaan studeren als uitgangspunt nemen en met elkaar verbinden. In het begin van mijn opdracht als digicommissaris heb ik daar aandacht voor gevraagd en kreeg ik zeer veel tegenwind. Elk overheidsorgaan heeft recht op een eigen domein. En bovendien zoeken de meeste mensen toch via andere zoekmachines dan Google, Safari….
Toch zou ik mijn pleidooi nog eens willen herhalen om nadrukkelijker gezamenlijk een eenduidige toegang tot de overheid te organiseren, via overheid.nl, ondernemersplein.nl en voor persoonlijke gegevens en het regelen van zaken via mijnoverheid.nl. Daarbinnen kan vervolgens met voor de burger overzichtelijke thema’s en/of life events worden doorgeleid naar achterliggende overheidsorganisaties en partijen. Buttons met ‘verhuizen’, ‘pensioneren’ en dergelijke wijzen de weg op een overzichtelijke manier.
‘Ik wil mijn pleidooi nog eens herhalen om nadrukkelijker gezamenlijk een eenduidige toegang tot de overheid te organiseren’
Het behoeft geen betoog dat de werkprocessen van de bureaucratie hierop moeten worden aangepast. Dat is immers ook een interessant aspect van digitalisering. De inwoner en ondernemer is veel meer in the lead en minder afhankelijk van de grillen van de ambtelijke organisaties. Bovendien zouden – en dat is een wezenlijk punt – grotere stappen moeten worden gezet in de ontwikkeling van een overheidsbrede gegevensinfrastructuur, bijvoorbeeld zoals bij de X-road gebeurt. Alle relevante informatie en data moeten binnen de wettelijke kaders gebruikt kunnen worden ten behoeve van dienstverlening aan burgers en bedrijven. Ook zonder vragen aan de burger te stellen over gegevens, die al (ergens) bij de overheid bekend zijn. Ik weet het: dit waren ambities van het huidige kabinet, maar de context van eigenstandige overheidsorganisaties zijn een stevig obstakel. Zie ook mijn evaluatiebrief aan de Tweede Kamer.
Om dit te bereiken is er lef en leiderschap nodig. Zoals nu bij gemeenten de stap wordt gezet naar het College voor dienstverlening, die bindende (!) afspraken zal maken voor alle gemeenten. Zo zou dat voor de hele overheid, incluis departementen en uitvoeringsinstanties kunnen, nee, moeten gebeuren. Die operatie zou door een gedreven minister voor de digitale overheid moeten worden geleid. Met een financieringsfonds achter de hand om de nodige investeringen te kunnen doen. Het adagium first time right laten we los, en we experimenteren, we doen pilots, we leren van de fouten en binnen één kabinetsperiode werkt dit systeem, gericht op de burgers en bedrijfsleven als een tierelier. Nu dit onderwerp nog een keer voluit op de onderhandelingstafels voor het nieuwe kabinet, samen met het rapport Maak Waar! van de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid. Dat lijkt politiek minder sexy dan defensiebudgetten of klimaatafspraken, maar is even onontkoombaar. Want de informatiemaatschappij ontwikkelt zich meedogenloos, en laat, als we niet oppassen, de overheid verweesd achter.
Geef een reactie