Sander van Waveren is bureauhoofd van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS). In maart nam hij deel aan het SXSW-congres in Austin: een mega-congres met tienduizenden deelnemers en sessies op onderwerpen van automatisering tot marketing en van cultuur tot openbaar bestuur. Dat leverde hem interessante dwarsverbanden en inzichten op. De komende weken doet hij daarom verslag. In vier delen, onder andere op het gebied van arbeidsmarkt, mobiliteit en de toekomst van de online wereld. In dit vierde en laatste artikel aandacht voor de kansen en bedreigingen in de online wereld.
Lees ook het eerste, tweede en derde artikel van Sander van Waveren over zijn bezoek aan het SXSW-congres in Austin.
Interessante discussies waren er ook over de rol en toekomst van het internet. In de sessie met de EU-vertegenwoordiging op het congres ging het onder andere over hoe we het internet open houden. Congreslid Will Hurd riep op om vanuit Europa en de Verenigde Staten aan één systeem te blijven werken – de verschillende visies op privacy en data zijn volgens hem te overbruggen. De onderlinge verschillen zijn veel kleiner dan het verschil met regimes in Rusland en China die het internet (proberen te) controleren of deels af te sluiten.
Monopoliepositie
Opvallend was ook de waardering voor de Europese aanpak en de gedeelde zorg van Amerikanen over de monopoliepositie van grote tech-platforms, zoals Google en Facebook. Democratisch presidentskandidate en senator Elizabeth Warren kreeg veel media-aandacht en reacties naar aanleiding van haar voorstel om de bedrijven op te breken. De Republikeinse leider Kevin McCarthy deelde de zorgen over deze monopoliepositie, maar ziet meer in zogenaamde Sunshine-laws, die bedrijven verplichten om meer transparantie te bieden, bijvoorbeeld over de algoritmes die bepalen wat je ziet.
‘Opvallend was de gedeelde zorg van Amerikanen over de monopoliepositie van grote tech-platforms’
Ook ging de discussie over de noodzaak van een open internet voor het verrichten van werk. Aan het woord kwam onder meer een vertegenwoordiger van Upwork, de grootste online markt voor freelancers. Zonder een gedeeld internet sluiten we veel verbindingen af, die nu voor (extra) werkgelegenheid zorgen. Een markt waarin (online) flexwerk een grotere rol gaat spelen vraagt wel oplossingen van de overheid wat betreft het bieden van zekerheden: bijvoorbeeld rond pensioenen, zorgverzekering en werkloosheidsverzekeringen. Dat is een herkenbare discussie in Nederland natuurlijk.
Online voorfase rechtspraak
Een voorbeeld uit Utah liet een hele andere inzet van internet zien. In die uitgestrekte staat ergerden de rechtbanken zich aan de grote aantallen mensen die voor kleine zaken niet kwamen opdagen. Enerzijds omdat het dan onnodig voorbereidingstijd kost, maar vooral omdat grote groepen mensen daarmee uitgesloten werden van het juridische systeem. In de VS een groter probleem dan in Nederland, maar desalniettemin ook hier toepasbaar. Daarom is er in deze staat een online fase ingericht, die min of meer verplicht is in kleine zaken. Het gaat dan bijvoorbeeld om aangevochten boetes, burenruzies of alimentatiezaken.
In een online omgeving kunnen de twee partijen eerst, gedurende een paar weken, informatie delen en proberen tot een oplossing te komen. Als het nodig is, neemt ook een begeleider van de rechtbank deel in de digitale omgeving om te ondersteunen en te adviseren. Dat levert in bijna de helft(!) van de gevallen een positief resultaat op. Als ze er niet uitkomen gaan de zaken alsnog naar de rechtbank. Voordeel is dat de dossiers dan vaak al beter op orde zijn. De rechters en hun medewerkers kunnen zich dus vooral bezig houden met complexere zaken, waar ze bovendien meer aandacht voor hebben.
De actieve deelname aan procedures ging met 50 procent omhoog en veroordelingen bij verstek daalden fors. En dat terwijl er minder mensen naar de rechtbank hoefden te komen. Zoals Constandinos Himonas, rechter van het Utah Supreme Court mooi zei: ‘Justice is a thing, not a place.’
Geef een reactie