Overheden wachten vaak te lang met reageren op ICT-ontwikkelingen in de markt. Dat is jammer want in tweede instantie regels invoeren is relatief lastig en kostbaar. Dat constateert het Centraal Planbureau (CPB) in Marktordening bij nieuwe ICT-toepassingen, dat gisteren is verschenen.
ICT-ontwikkelingen als het internet der dingen, digitale platformen, robots en block-chain technologie zijn bijna niet bij te houden. Overheden wachten daarom vaak tot er meer duidelijk is over de nieuwe technologie of de ontwikkeling ervan. Het optimale moment voor overheidsingrijpen wordt zo echter gemist, aldus het CPB. Dat moment ‘hangt onder meer af van de maatschappelijke kosten die gemaakt moeten worden om het beleid in de toekomst aan te passen.’
‘Het optimale moment voor overheidsingrijpen wordt gemist’
‘Zo kunnen bij online identificatie de toekomstige kosten van een nieuwe standaard hoog zijn voor consumenten en bedrijven die willen overstappen. Vroegtijdig ingrijpen door de overheid is dan wenselijk om deze kosten te voorkomen. Bij andere ict-toepassingen, zoals zelfsturende auto’s of Uber, kan de overheid experimenten faciliteren of zelf op lokaal of regionaal niveau experimenteren om onzekerheid over de technologie te verkleinen.’
‘De optimale vorm van het beleid hangt af van de onzekerheid over de technologie,’ meent het planbureau. ‘Zogenaamd technologieneutraal beleid stelt geen technische eisen aan producten en diensten. Dit kan belangrijk zijn bij grote onzekerheid over de technologie, zoals bij block-chain of het internet der dingen. Het opstellen van regels met technologische specificatie-eisen, zoals in de Taxiwet, geeft meer duidelijkheid voor bedrijven en leidt tot efficiëntere controle op de naleving door de overheid. Het nadeel is dat het achterhaald kan raken door technologische ontwikkelingen.’
Zie ook O gezien
Geef een reactie