Een recent artikel in NRC over de podcast ‘Hallo Hannah’ deed nogal wat stof opwaaien. De podcast, die gaat over morele dilemma’s en ethiek in de ambtenarij, zou na interne opspraak in de doofpot zijn gestopt. Maar volgens Caroline Wiedenhof is daar geen sprake van en zorgde het artikel voor een acute kloof tussen twee werelden.
Twijfelen is iets anders dan aarzelen, zei een reisgenote terwijl we gezellig aan de patat zaten. Ze had het onderscheid geleerd van een rechter die met haar over de ins en outs van het rechtersleven had gesproken. Rechter is een beroep om diep voor te buigen, daar waren we het over eens aan onze dis. Rechters komen niet weg met vage taal. Hun oordeel moet grondig onderbouwd zijn, glashelder en boven elke twijfel verheven. Drie jaar cel, tachtig uur voorwaardelijke taakstraf, vrijspraak, dat soort dingen.
Rechters zitten uren te luisteren. Ze stellen vragen, lezen stukken, horen getuigen, bestuderen jurisprudentie, pluizen wetten uit en onderzoeken welke rechtsbeginselen er spelen. En voordat ze uitspraak doen spreken ze de zaak nog eens heel goed door met met collega’s. Dat kost allemaal best veel tijd. Vele uren kruipen voorbij terwijl zij aarzelen over het oordeel dat komen gaat.
‘De meeste dilemma’s blijken bij nader inzien helemaal geen dilemma te zijn’
Aarzelen is reculer pour mieux sauter. Achteruit stappen terwijl je vooruit blijft kijken naar je doel. Het is etymologisch verwant met, jawel, de aars. Een professionele aarzelaar gaat dus niet zijn neus, maar zijn bips achterna.
Twijfelen is iets anders. Het woordje twee zit erin verstopt. Het gaat hier om een keuze tussen twee mogelijkheden. Pakken we de bietjes of de raapjes uit de koelkast om bij de patat te eten? Dilemma! Overigens blijken de meeste dilemma’s bij nader inzien helemaal geen dilemma omdat er veel meer mogelijkheden zijn. Een lekkere boterham met pindakaas kan bijvoorbeeld ook, of een ovenschotel met bietjes én raapjes. Veel dilemma’s zijn goed beschouwd multilemma’s.
Onhandig manoeuvrerende ambtenaren
Ik moest denken aan het verschil tussen twijfelen en aarzelen na de publicatie in NRC over de podcast ‘Hallo Hannah’. De podcast is gemaakt in opdracht van het rijksbrede Hannah Arendt Podium en gaat over morele vragen van ambtenaren. De onderzoeksjournalisten leken precies te weten hoe het was gegaan. In de krant stond dat de leidinggevende ambtenaar het eerst een goed idee vond, maar begon te twijfelen toen hij de podcast te horen kreeg. En dat hij na rijp beraad teruggreep naar een ‘bekende overheidsreflex’: managen. Doofpot! Het was kleurrijk beschreven met een nogal cynische ondertoon. Kijk die ambtenaren toch onhandig manoeuvreren, lachwekkend is het.
‘We vonden de cynische toon van het artikel in de krant moeilijk te verdragen’
De podcast is een experiment. Ik ken geen andere voorbeelden waarin ambtenaren zo eerlijk en kwetsbaar in het openbaar op morele vragen reflecteren. Ze doen dat niet om hun gelijk te halen, niet als klokkenluider, maar uit loyaliteit aan hun werk. En omdat ze willen dat een nieuwe bestuurscultuur grond aan de voeten krijgt. Ze deden mee aan het project omdat mede-ambtenaren het vroegen. Het ging hen er niet om hun werkgever aan de schandpaal te nagelen. Integendeel, ze meenden met ons dat de podcast zou kunnen helpen om gesprekken over morele vragen te normaliseren, en dat de kwaliteit van het werk daarmee gediend wordt.
In de doofpot?
Toen de podcast af was, waren er collega’s die tijd vroegen om de consequenties te overzien. Zij waren onze professionele aarzelaars en ze zijn goud waard. Ze wilden nadenken over wat we konden doen om de podcasts nog beter aan ons doel – versterken van de reflectieve vermogens van ambtenaren – te laten bijdragen. Zo begon een stapsgewijs onderzoek om te ontdekken welke mogelijkheden we daarvoor hadden. Een paar maanden later en een moreel beraad verder hebben we nog een aantal kleine aanpassingen gedaan om de podcast zo duidelijk mogelijk te maken.
Maar toen lazen we opeens in de krant dat ons project in een ‘doofpot’ zat. Na de schrik volgden andere emoties, van zorg tot angst, van boosheid tot onzekerheid, van zekerheid tot verslagenheid. De krant had lange citaten uit de podcast al online gezet zonder toestemming van de betrokken ambtenaren of de makers. De cynische toon vonden we moeilijk te verdragen.[1] En iemand heeft onze werkbestanden dus aan de krant gegeven, maar waarom?
Onveilig
Ik hoorde mezelf ‘onveilig’ denken, een woord dat ik niet licht opschrijf noch uitspreek, omdat het in zijn abstractie een gesprek zo makkelijk doodslaat. ‘Kunnen wij over onveiligheid spreken?’[2] Een belangrijke vraag. Laat ik het concreter maken. Het woord dook op in mijn hoofd door de verwijten en het cynisme. Het bijbehorende gevoel werd groter door onze eigen stressreacties. Ik geef een kijkje achter de schermen: nú pas ontstond het fenomeen waarover de krant berichtte: er werd opeens op de millimeter gemanaged. Er kwamen korte deadlines, een nieuwe app-subgroep, er werd om actielijstjes gevraagd, er ontstonden verwachtingen over wie wat moest doen, misverstanden dreigden over wie wat al had gedaan of zou doen, dat vroeg om meer overleg, we moesten ons voorbereiden op Kamervragen (die niet kwamen), er werd druk gebeld, slecht geslapen, de programmadirecteur zette zijn ‘fast forward knop’ aan, onze harten sloegen dagenlang vele malen sneller, mijn buik ving pijnlijke steken op, de dokter feliciteerde mij met mijn fijn afgestelde stressmeter, maar zelf verlangde ik even terug naar het harnas dat ik jaren geleden aan de wilgen heb gehangen.
Diepe kloof
Nu is de krant er niet om het voor ons als rijksambtenaren veilig te maken maar juist om de macht te controleren. Kwesties boven tafel te krijgen.[3] Dat laatste lijkt een beetje op waar wij hier om onze eigen redenen mee bezig waren. Maar in plaats van een samenspel van bondgenoten met ieder een andere verantwoordelijkheid – iets goeds maken versus de zaken tegen het licht houden – ontstond er een acute, diepe kloof tussen werelden. Een kloof die mijns inziens ook zo weer te overbruggen is, als we maar willen. Ik blijf geloven in de kracht van een goed gesprek.
‘Zo’n artikel draagt niet bepaald bij aan een open bestuurscultuur’
Ik hoorde mezelf overigens niet alleen ‘onveilig’ maar ook ‘veilig’ denken. Wat daarover te zeggen? Het zat hem in het kunnen bellen van een collega om samen op zaterdagochtend naar de podcast van de krant te luisteren. In de hulp van andere collega’s, die het ongevraagd op zich namen om uitgebreid te reageren op begrijpelijke reacties op het rijksintranet op de doofpotmythe. In het creatieve doorzettingsvermogen van de makers. In de onvoorwaardelijke steun van leidinggevenden op alle niveaus voor het project. Kortom, een vruchtbare mix van collegialiteit, creativiteit, vertrouwen en taakgerichtheid.
In of uit de schulp
Professor Amy Edmondson van Harvard weet daar veel meer van, want zij bestudeert psychologische veiligheid in organisaties al jaren. In haar boek The fearless organisation toont ze aan dat mensen die stelselmatig op fouten worden beoordeeld niet meer bereid zijn te rapporteren als het ergens mis dreigt te gaan. En dat de organisatie daardoor niet verder komt.[4] Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor een journalistiek verhaal dat is gestoeld op wantrouwen. Het helpt de zaak – een open bestuurscultuur – niet. Daar gaan journalisten natuurlijk helemaal zelf over. En wij hebben het ermee te doen. Maar als wij en zij niet oppassen kruipen we in de schulp waar we juist uit moeten komen.
Lang geleden vroeg ik een sollicitant hoe zij naar de toekomst keek en zij antwoordde dat ze nooit cynisch wilde worden. Dat antwoord draag ik al vijfentwintig jaar als persoonlijk credo mee. Zij is trouwens journalist geworden, en ik werk nog steeds in het hart van de rijksoverheid, in een langzaam maar gestaag opener en veiliger wordende organisatie. Deze blog is er een teken van – ik schrijf onbevangen en zonder controle van bovenaf over wat ik tegenkom in de cultuur van de overheid. Het feit dat we zonder veel moeite mensen vonden die hun verhaal wilden doen in een podcast voor een groot luisterpubliek laat ook zien dat er iets is veranderd. En zo vind ik elke week wel voorbeelden. We laten ons aarzelend, schoorvoetend, steeds beter kennen als ambtenaren. Geloof me, het is hartstikke eng.
*De podcast Haagse Zaken over ‘onze podcast’ Hallo Hannah is trouwens de moeite waard. Juist dit soort gesprekken willen we stimuleren met onze podcast. Daarover meer in de shownotes van Hallo Hannah, die hier te vinden is: Podcast Hallo Hannah | Dialoog en ethiek | Grenzeloos Samenwerken.
Voetnoten
[1] Daar waren we niet de enige in, bleek toen publicist Alexander Klöpping zich erover uitsprak: Het onverdraaglijke cynisme van journalisten
[2] Zie Marijke Spanjersberg en Max Wildschut, ‘Kunnen wij over onveiligheid spreken?’, Tijdschrift voor Begeleidingskunde, https://www.lvsc.eu/kennisbank/kunnen-wij-over-onveiligheid-spreken
[3] De missie van NRC is ‘objectieve journalistiek die alle kanten belicht, zodat u zelf uw eigen beeld en mening kunt vormen. We graven dieper om de waarheid te achterhalen.’
[4] Amy Edmondson, The fearless organization, Harvard Business School 2019. Nederlandse titel: De onbevreesde organisatie.
N. Wiedenhof
vader van Caroline, maar dat is niet een functie zoals hier bedoeld zegt
Een geacheveerde reflectie, die ik nu, per toeval, tegenkom
Complimenten.