In juni 2014 beschreef de Ombudsvrouw van Rotterdam als eerste helder dat een fout bij de digitale overheid niet altijd met terugwerkende kracht wordt gecorrigeerd wanneer dat moet. Ze citeerde brieven van burgers die per abuis waren uitgeschreven bij de gemeente. Een student die opnieuw werd ingeschreven bleef met een schuld zitten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs, omdat hij niet was ingeschreven volgens de registratie van de gemeente. Hetzelfde principe van inschrijving wordt gehanteerd voor toeslagen bij de Belastingdienst en vele andere regelingen.
Nu is het wel degelijk mogelijk om iemand met terugwerkende kracht weer in te schrijven bij de gemeente. Daar hamerde de Ombudsvrouw ook op. Misschien in de veronderstelling, dat áls dat zou gebeuren, de organisaties die deze gegevens overnemen alles netjes met terugwerkende kracht corrigeren. En – zo hoop je dan – ook de ongewenste gevolgen ongedaan maken van die tijdelijke, onjuiste registratie.
‘Het rechtzetten van onjuiste gegevens bij meerdere overheidsinstanties is voor burgers een onmogelijke opgave’
Dat bleek valse hoop. Even later in hetzelfde jaar verscheen nog een rapport, nu van de Algemene Rekenkamer. Daarin staat dat het rechtzetten van onjuiste gegevens bij meerdere overheidsinstanties voor burgers een onmogelijke opgave is. Dat komt onder meer omdat lang niet alle organisaties kunnen corrigeren met terugwerkende kracht. En dus ondervinden burgers blijvend nadelige gevolgen, ook nadat een correctieprocedure volledig is doorlopen. Dat komt bijvoorbeeld voor bij de opbouw van AOW, aldus de Rekenkamer.
Dit is nu zeven jaar geleden. En behalve dat steeds meer mensen last van hebben van de falende correctie, is er niets veranderd. Dat heeft alles te maken met de manier waarop we besluiten nemen over de ICT-infrastructuur als geheel, ofwel de governance. In Nederland hebben we de bijzondere gewoonte om precies het tegenovergestelde te doen van wat we op school leren. Niet eerst een wet aannemen en die vervolgens uitvoeren. Dat is theorie. In de praktijk zijn het juist uitvoeringsorganisaties als Belastingdienst en UWV die samen met overheden bedenken wat er moet gebeuren, waarna er een wet volgt.
Belangen van burgers, zoals de mogelijkheid fouten te corrigeren, vragen om een specifiek soort coördinatie: sturing op het geheel. Pas wanneer alle aangesloten organisaties op dezelfde wijze fouten kunnen corrigeren, werkt dit ook voor burgers.
Dus misschien moeten we de theorie eens in praktijk brengen en beginnen met een wet. Een wet met daarin een recht op centrale correctie voor burgers. Want zonder sturing of centraal correctiepunt is een tegenkracht noodzakelijk.
Naschrift
De vraag om een centraal meldpunt is tussen 2016 en 2019 vaker besproken in de Kamer. De motieven daarvoor zijn veelvuldig bevestigd, maar ook afgehouden door de regering. Daarbij verwees de regering naar bestaande mogelijkheden tot correctie van een registratie op mijnoverheid en het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI) dat mensen aan de hand neemt bij het vragen om herstel van registratie en gevolgen bij de diverse organisaties. Na de motie Van der Molen/Middendorp (Kamerstuk 26 643, nr. 630) waarin zij vragen om een gezaghebbend of centraal meldpunt, zegt staatssecretaris Knops op 25 november 2019 alsnog toe invulling te zullen geven aan deze wens (Kamerstuk 32 761, nr. 153). Echter als het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties op 4 januari 2021 van start gaat, blijkt het toch niet gezaghebbend. Ook is de kans gemist om overzicht te scheppen en onderzoek te doen naar fouten die de individuele organisaties overstijgen.
*Deze column verscheen oorspronkelijk in het Financieele Dagblad op 22 juni 2019.
Stichting Kafkabrigade verzorgt ook masterclasses over digitalisering en behoorlijk bestuur. Klik hier voor meer informatie.
Platform O bestond in 2020 5 jaar. Aangezien er in deze vijf jaar veel is veranderd, zijn wij benieuwd naar de mening van onze lezers, zodat wij de kwaliteit en het leescomfort voor u kunnen vergroten. Vul hier de vragenlijst in over platform O.
erwin van dijke
Omgevingsanalist zegt
De Ombudsman van Rotterdam, Anne Mieke Zwaneveld, heet gewoon ombudsman. De term komt uit het Zweeds en is genderneutraal. Ombudsman betekent een onafhankelijke vertegenwoordiger met een mandaat (vandaar het achtervoegsel -man). De functie kan dus door mannen en vrouwen worden vervuld. De kop boven het artikel luidt, ironisch genoeg, Recht op centrale correctie 😉
Arjan Widlak
directeur zegt
Beste Erwin,
Bij mijn onderzoek in 2014 “onverwacht uitgeschreven”, waar ik deze kennis heb opgedaan, heb ik dit gevraagd aan Annie Mieke Zwaneveld. Toen klonk ombudsvrouw wellicht geëmancipeerder dan vandaag. Ik beloof dat – als de overheid aantoonbaar met terugwerkende kracht kan corrigeren over het systeem als geheel – ik zowel FD, als iBestuur als Platform_O zal vragen de tekst in de column te wijzigen. Tot die tijd moet je het doen met mijn belofte dat ik vanaf heden de Ombudsman van Rotterdam ombudsman zal noemen.
Groetjes,
Arjan.