De vragen over wie we zijn en in wat voor wereld we leven zijn in het Westen ontaard in een strijd. In Het Nieuwe Westen. De identitaire strijd om de sociale verbeelding zoekt Hans Boutellier naar de grondslagen van deze strijd en concludeert hij dat een nieuw groot verhaal er niet snel zal komen, en als dat wel het geval is, hij zijn hart vasthoudt voor de inhoud ervan. Dave van Ooijen bespreekt het werk op platform O.
Volgens Hans Boutellier, hoogleraar Polarisatie en Veerkracht aan de Vrije Universiteit, spreken de basisideeën van de westerse manier van leven vandaag de dag niet langer voor zich. Volgens hem woedt er een hevige strijd om de sociale verbeelding van het Westen. Door het cultureel meer divers worden van het Westen is op diverse fronten een strijd tussen identiteiten ontstaan. Volgens Boutellier is sprake van een identitaire strijd over wie we zijn, in wat voor wereld we leven en waar we naar toe gaan.
In zijn nieuwste boek, Het Nieuwe Westen. De identitaire strijd om de sociale verbeelding gaat Boutellier op zoek naar de oorzaken van deze strijd. En probeert hij te begrijpen waardoor het komt dat we in een conflictueuze tijd leven. Wat de betekenis ervan is en wat het antwoord erop zou kan zijn. Het Nieuwe Westen is een boek dat een stevige aanzet levert om de huidige periode te duiden. Het boek weet de tijdgeest goed te pakken te krijgen maar stelt uiteindelijk toch teleur in het antwoord.
Een nieuw verhaal
Hoewel veel mensen hebben geprofiteerd van het marktdenken dat de samenleving vanaf de jaren tachtig doortrok, staat volgens Boutellier het westerse samenlevingsmodel voor een groot aantal uitdagingen. Vertrouwde uitgangspunten worden op de proef gesteld. Het oude model lijkt niet meer te voldoen. En terwijl de roep om een nieuw verhaal, een nieuwe verbeelding, toeneemt schijnt het steeds moeilijker om met een nieuw verhaal te komen.
‘De crisis zit dieper dan materiële ongelijkheid’
Over de mogelijkheden van een nieuw verhaal is Boutellier overigens niet optimistisch. Dat komt volgens Boutellier omdat de strijd in het Westen niet primair sociaaleconomisch is. De crisis zit volgens hem dieper dan materiële ongelijkheid. Zijn nieuwste boek gaat over de sociaal-culturele crisis. Een crisis voortgekomen uit het cultureel meer divers worden van de samenleving. Die zich volgens Boutellier voltrekt rond identiteiten. Ze is identitair geworden. Hij wijst daarbij onder meer naar de strijd van de #MeToo-feministen, de Black Lives Matter activisten, de witte suprematisten, de islamisten en de borealen. Volgens Boutellier is er een grote behoefte aan erkenning van de specifieke eigenheid van groepen. Waar komt die behoefte aan erkenning vandaan? Wat is de inzet van de strijd? Op welke wijze wordt ze gevoerd? En op welke wijze verschilt de polarisatie op deze terreinen van politiek?
Koloniaal verleden
In 1990 constateerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat Nederland een migratieland is geworden en zich daarop moet richten. Nederland is evenwel niet alleen een migratieland door de vluchtelingenstromen als gevolg van oorlogen, conflicten en uitzichtloze situaties in het Midden-Oosten en Afrika. Ook uit noodzaak komen tal van arbeidsmigranten naar Nederland om de vergrijzing en de sterk afgenomen bevolking op te kunnen vangen.
Culturele diversiteit is een feit waarover soms fel gestreden wordt. Of het nu gaat om Zwarte Piet, koloniale kunst in musea, racisme op de arbeidsmarkt, etnische profilering door de politie, het dragen van een boerka, hoofddoek, sluier of tulband, achter elk voorbeeld gaat een discussie schuil over identiteit. Discussies die samengaan met sterk verwaarloosde buurten, armoede en werkloosheid onder vooral laagbetaalden en een slecht functionerende overheid.
‘Wederkerigheid zou diep zijn weggezakt in onze samenleving’
En hoewel op dit moment slechts 5 procent van de bevolking moslim is, wordt door rechts-ideologische actievoerders elk bericht in media over de komst van nieuwe migranten vertaald naar ‘nieuwe moslims’ die het land zouden overspoelen. En hoewel niet elke moslim een islamitisch fundamentalist is zorgen de aanslagen en de toename van het islamitisch fundamentalisme wel voor verdere aanscherping van de vraag in wat voor Westen we willen wonen. Zie hier de mengelmoes aan conflicten die de huidige samenleving kenmerkt.
Wederkerigheid
Volgens Boutellier spelen er drie crises: de klimaatcrisis, de sociaaleconomische crisis en de sociaal-culturele crisis. Zijn boek gaat over de derde crisis: de sociaal-culturele crisis. Hierdoor ontbeert het boek een analyse over hoe de verschillende crises met de door hem geconstateerde achterhaalde morele opvattingen samenhangen. Met de focus op de sociaal-culturele crisis gaat Boutellier op zoek naar nieuwe sociale verbeelding. Identiteitspolitiek ziet Boutellier als een vorm waarin de nieuwe verbeelding kan worden gezocht. De cultuur-diverse samenleving dwingt tot bezinning op nieuwe condities van samenleven. Naast versterking van de veerkracht en de democratische rechtsstaat heeft de samenleving volgens Boutellier nog behoefte aan een derde pijler die culturele diversiteit kan overstijgen. Die is volgens hem te vinden in het opnieuw besteden van aandacht aan wederkerigheid in maatschappelijke praktijken. Wederkerigheid is volgens Boutellier diep weggezakt in onze samenleving. Het dominante marktmodel is niet dat van de transactie, maar van de inhaligheid. Niet in geven, ontvangen en teruggeven, maar graaien. Solidariteit is verdwenen en wordt volgens Boutellier door velen gezien als diefstal. Bij hen bestaat geen gevoel van wederkerigheid, men ervaart vooral verlies. Verlies van controle, ruggensteun en vanzelfsprekendheid.
Beeldvorming
De keuze van Boutellier om ‘wederkerigheid’ en ‘gemeenschappelijkheid’ opnieuw centraal te stellen komt voor een belangrijk deel voort uit zijn conclusie dat een nieuw groot verhaal niet gauw bevredigd zal worden. En als het er wel komt dan houdt hij zijn hart vast voor hoe het zal klinken. Waarop hij dat baseert blijft evenwel onduidelijk. Hij heeft er in ieder geval geen grote verwachtingen van. Daarom kunnen we ons maar beter richten op het organiseren van een geheel van kleine verhalen, gemeenschappelijke momenten en inspirerende praktijken waarin ‘wederkerigheid’ en ‘gemeenschappelijkheid’ centraal staan, zo zegt hij.
‘De auteur heeft geen tijd genomen om van een wat grotere afstand naar het heden te kijken’
Dat klinkt mooi. En het zal ook zeker moeten gebeuren, maar het klinkt in zekere zin toch ook als een zwaktebod. Namelijk dat we ons daarop moeten gaan richten, omdat er nu eenmaal niks anders zou zijn. En dat is precies waarom het boek mij aan het eind zo teleurstelt. Dat heeft denk ik vooral te maken met de keuze van Boutellier om zich te beperken tot de sociaal-culturele crisis, zich te richten op de sociale verbeelding (en daarmee in zekere zin ook tot ‘beeldvorming’ en ‘social framing’) en tot de periode na de verzuiling. Daarmee is hij mijns inziens te veel in de actualiteit van de laatste 60 jaar blijven hangen en heeft hij geen tijd genomen om van een wat grotere afstand naar het heden te kijken. Waardoor hij zich vooral met de schijnbare wereld lijkt te hebben beziggehouden en minder met een zoektocht naar de daar achterliggende werkelijkheid.
Investerende staat
Vragen over hoe de wereld moet worden ingericht zijn evenwel snel historisch van aard. Met de door Boutellier gemaakte keuzen blijft een vergelijking met eenzelfde crisesperiode tijdens de verzuiling (1880-1960) buiten beeld. Ook tijdens de verzuiling deed zich in de jaren ’20-’30 een met de huidige tijd vergelijkbare sociaal-culturele crisis voor. Een crisis die zeer veel vergelijkingen met de huidige crisis vertoont. En die uiteindelijk cumuleerde in de Tweede Wereldoorlog. En na de Tweede Wereldoorlog eindigde met de oprichting van de verzorgingsstaat. De verzorgingsstaat was in feite het (verlate) antwoord op de sociaaleconomische en morele crisis van de jaren twintig en dertig.
‘Een nieuwe morele orde kan tot stand komen als we kiezen voor een nieuw groot verhaal’
De door Boutellier zo gewenste nieuwe morele orde zou ook nu weer op een vergelijkbare manier tot stand kunnen komen. Niet door de crisis opnieuw zo ver te laten oplopen dat deze tot oorlog zal leiden, maar door dit keer in een veel eerder stadium te kiezen voor een nieuw groot verhaal. Om niet alleen antwoord te geven op de sociaal-culturele crisis, maar ook op de daarmee samenhangende morele crisis en andere crises. Zoals de klimaatcrisis, de sociaaleconomische crisis, de woningbouwcrisis en de crisis van de uitgeklede overheid. Bijvoorbeeld door draagvlak te ontwikkelen voor een nieuw groot verhaal als de ‘Verzorgingsstaat Nieuwe Stijl’. Of te kiezen voor het door Mariana Mazzucato, hoogleraar Economie en Innovatie aan het University College London, voorgestelde concept van de investerende staat. Volgens Mazzucato biedt juist de huidige crisis een uitgelezen kans om een industrie- en klimaatbeleid te voeren dat de traditionele sectorale en technologische silo’s overstijgt. Waarbij met ruime overheidsinvesteringen en een missie-gedreven bestuursvorm de grote problemen van vandaag kunnen worden aangepakt. Van alle crises hebben vooral de klimaatcrisis en de pandemie volgens Mazzucato duidelijk gemaakt dat het verwaarlozen van overheidsinvesteringen een veel te hoge prijs kent.
Hans Boutellier, ‘Het Nieuwe Westen. De identitaire strijd om de sociale verbeelding’, Uitgeverij Van Gennep, 173 pagina’s.
Geef een reactie