Nederland mag een klein land zijn, het is ontzettend divers en pluralistisch. Dat blijkt wel uit het boek van Matthias Declercq over Urk, hier besproken door Lex Cachet. Op het eerste oog lijkt Urk gewoon een oerconservatieve religieuze gemeenschap, maar achter de schermen woedt een nietsontziende strijd om vrijheid.
Soms kan je juist door de verwondering van een buitenstaander veel leren over je eigen samenleving. Die buitenstaander is immers (nog) niet ‘bedrijfsblind’ en vindt veel juist niet vanzelfsprekend.
Na de Tweede Wereldoorlog speelde een deel van de culturele antropologie in Nederland van tijd tot tijd die rol. In plaats van lokale volkeren, ver weg in de koloniën, bestudeerde men bijzondere gemeenschappen en subculturen in eigen land. Het leverde prachtige studies op, zoals de proefschriften van Lo Brunt (Stedeling op het platteland) en Jojada Verrips (En boven de polder de hemel). Wat recenter lijkt de journalistiek die rol van verbaasde buitenstaander overgenomen te hebben. Veel werk van Gerard van Westerloo valt hiertoe te rekenen (o.a. Niet spreken met de bestuurder). Maar zeker ook Geert Mak’s meesterwerk, Hoe God verdween uit Jorwerd.
De ontdekking van Urk
Ook De ontdekking van Urk, het boek van de Belgische journalist Matthias Declercq over Urk, past in deze waardevolle traditie[1]. Declercq heeft het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. Urk is en blijft een van de meest traditionele en gesloten gemeenschappen in Nederland. Wantrouwend tegenover de buitenwereld, moeilijk toegankelijk voor een buitenstaander; zeker als je echt zicht wilt krijgen op wat er speelt. Declercq heeft veel geïnvesteerd in Urk. Hij heeft een half jaar op het voormalige eiland gewoond, hard gewerkt aan het opbouwen van een netwerk en op de voet gevolgd wat Urkers belangrijk vinden. Zo heeft hij bijvoorbeeld in alle kerken op Urk – en dat zijn er heel wat – diensten bijgewoond. Ook ging hij een weekje mee vissen op de Noordzee. Dat alles in de beste traditie van het participerend observatieonderzoek.
‘Religie is en blijft een uiterst krachtige vorm van sociale controle’
Declercq’s investering loont. Het resultaat is een fascinerend boek dat Urk ‘frontstage’ én ‘backstage’ in beeld brengt en laat zien dat de kloof tussen die twee dimensies diep is; soms heel diep. Oppervlakkig gezien – ‘frontstage’ – is Urk nog steeds een oerconservatieve, diepreligieuze, (ex)vissersgemeenschap, zoals er rond het IJsselmeer wel meer zijn: Volendam, Marken, Spakenburg, Bunschoten. Maar, zelfs aan die voorkant blijkt Urk allesbehalve een monoliet. De religieuze verdeeldheid is er gigantisch (cf. p. 164). Kerkscheuringen zijn er aan de orde van de dag en verdelen meer dan kerken alleen. Maatschappelijke organisaties, families en zelfs gezinnen scheuren vaak ook uiteen; met alle spanningen en ellende van dien; tot geweld aan toe (p. 189).
Religie is en blijft een uiterst krachtige vorm van sociale controle. Wie – zoals velen momenteel – denkt dat meer cohesie en meer sociale controle alleen maar heilzaam en nuttig zijn, doet er goed aan dit boek snel te lezen. Tegenover een zekere geborgenheid en veel onderlinge hulp staat een meer dan knellend keurslijf waar bijna niet aan te ontsnappen valt. Cohesie en sociale controle hebben een hoge prijs.
Afkeer van gezag
Achter de schermen – ‘backstage’ – woedt een soms nietsontziende strijd om bevrijding en vrijheid. Vrijheid van geloof of alleen maar vrijheid om dat geloof een eigen invulling te geven, vrijheid om je eigen levensstijl te kiezen, vrijheid van extreme druk van familie, kerk etc. Declercq laat zien hoe moeilijk en pijnlijk die strijd vaak is en hoe persoonlijk. Hij laat ook zien hoe internet als een breekijzer heeft gewerkt en nog werkt. Veel meer dan radio of TV in een eerdere fase. Die waren veel gemakkelijker buiten de deur te houden.
‘Urk heeft een welhaast rabiate afkeer van overheden die met regels de vrijheid van inwoners aan banden legt’
In verbazingwekkend veel opzichten lijkt Urk op Volendam, waar ik met collega’s ooit onderzoek deed – voor de commissie Alders, die de rampzalige cafébrand onderzocht – naar de bestuurscultuur[2]. Die overeenkomst lijkt voor de hand te liggen, gegeven het gemeenschappelijke verleden als vissersdorpen. Maar het is ook verbazingwekkend omdat Volendam uitgesproken Rooms-Katholiek is en Urk Reformatorisch Protestants. Waar Urk en Volendam zeker veel gemeen hebben is in hun, welhaast rabiate, afkeer van overheden die met regels hun vrijheid aan banden leggen. Dat geldt voor elke vorm van lokaal gezag: “het is hun dorp, zij bepalen de regels en daar komt geen vreemde tussen. Geen burgemeester, geen politieagent, geen vader, geen moeder, geen dominee. Fuck off”. (p.232). Maar het uit zich ook in een nauwelijks verborgen subcultuur van illegale feesten, onmatig drankgebruik – vaak in illegale zuipketen – en in grootschalig gebruik van zowel softdrugs als harddrugs, zeker onder jongeren.
‘De zee was van ons, niet van een stelletje ambtenaren’
Meer dan Marken of Volendam is Urk vissersdorp gebleven, al liggen de schepen tegenwoordig noodgedwongen elders. Bovendien is er een forse verschuiving gaande van zelf vissen naar grootschalige verwerking van visvangsten van over de gehele wereld (p. 275 ev). Voor zover Urkers nog zelf vissen, hebben ze een bloedhekel aan de Europese Unie met zijn stringente visquota. Geen wonder dat die regels grootschalig en op vele manieren werden ontdoken: “We legden ons niet neer bij die regels. (..) Die zee was van ons, niet van een stelletje ambtenaren” (291). Fraude is, zeker in de jaren tachtig, aan de orde van de dag. Zelfs de directeur van de visafslag wordt een keer opgepakt en veroordeeld. De (toenmalige) burgemeester neemt het voor zijn godvrezende maar wetten overtredende medeburgers op: “Die christenen daar, ze rotzooien maar wat aan, denkt iedereen. Maar zo is het niet. Het beleid is ten enenmale fout als de christenen de regels niet kunnen volgen” (293).
Divers Nederland
Wie als Randstedeling dit fascinerende boek leest, kan alleen maar concluderen dat (toenmalig) prinses Maxima volstrekt gelijk had toen ze in 2007 constateerde dat de Nederlandse identiteit niet bestaat. Hoon was haar deel, zo niet blinde woede; althans bij sommigen. Maar een studie als deze laat zien hoezeer ze gelijk had. Amsterdam is Urk niet en zelfs binnen Urk is er sprake van meer dan één identiteit.
Zelfs – of misschien juist – in een studie naar één van de meest traditionele culturen die ons land rijk is, komt scherp naar voren hoe divers en pluralistisch een klein land als Nederland uiteindelijk toch is. Al is het maar door het contrast tussen Urk en de eigen leef- en denkwereld. Dé Nederlander bestaat inderdaad niet. Dé Urker overigens evenmin. Maar op Urk is het wel veel moeilijker om die diversiteit ook zichtbaar te maken. Gelukkig maar dat dat ‘die Belg’ – zoals Declercq op Urk in de wandeling werd aangeduid – wel is gelukt.
Noten
[1] Matthias M.R. Declercq De ontdekking van Urk. Podium Amsterdam/ Manteau Antwerpen: 2020. 326 blz.
[2] A. Cachet, e.a. Het derde klaphek voorbij. Een analyse van de Volendamse bestuurscultuur. Den Haag: Commissie Alders, 2001.
A. Loosman zegt
“Amsterdam is Urk niet en zelfs binnen Urk is er sprake van meer dan één identiteit.” Hè gelukkig!
Al zijn we misschien met weinig. We zijn er!
Het boek kan gebruikt worden als manifest. Nu staan zaken zwart op wit. In tegenstelling tot eerder, toen zaken categorisch ontkent of afgezwakt werden.
Urk heeft het moeilijk. Het korset, zoals Matthias beschrijft, vertaald zich in een ‘ons’ en ‘wij’ cultuur. Waardoor een vals beeld van cohesie en eensgezindheid ontstaat. Er wordt gesnakt naar diversiteit. Naar andere geluiden. Zonder dat dit het goede van saamhorigheid tekort zou doen. Dat vraagt een enorme inzet m.b.t. communicatie. En communicatie heden ten dage is een uitdaging op zich.