U-bocht, u-boot; die woorden kennen we wel. Maar U-theorie? Femke van Bree en Friso Coumou van Het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu (OIM) vertellen wat Theorie U inhoudt, en waarom het handig is voor ambtenaren. ‘Het is niet alleen denken met je hoofd, maar ook invoelen en aanvoelen met je hart, en dingen uitproberen door te doen.’
‘Maatschappelijke ontwikkelingen vragen kennis en kunde op het vlak van samenwerking en netwerken,’ vertelt Friso Coumou. ‘Theorie U is een aanpak om met stakeholders oplossingen te realiseren voor een opgave. En tegelijkertijd werk je aan je persoonlijk leiderschap. Het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu biedt een platform om hierover samen te leren.’
‘In een zogeheten U.lab komen mensen bijeen,’ vult Femke van Bree aan. ‘U.lab is zowel een mondiale online cursus, als een reeks off-line lokale bijeenkomsten. Otto Scharmer (de auteur van het boek Theorie U) en zijn team op de universiteit in Boston verzorgen sinds 2015 de U.lab-MOOC, een Massive Open Online Course. Dit is inmiddels uitgegroeid tot een internationaal leernetwerk van veranderaars die jaarlijks van september tot en met december ervaringen uitwisselen.’
Elke 2 weken komt er nieuwe lesstof online. Van Bree: ‘Filmpjes, artikelen, oefeningen, tools en opdrachten, die mensen in hun eigen tempo kunnen bekijken, lezen en doen. Voor rijksambtenaren organiseren we een Rijkshub, voor OIM-deelnemers en andere geïnteresseerden organiseren het U.Café. In de Rijkshub passen we de stof toe op onze eigen context, die van de rijksoverheid. We organiseren vanuit het OIM in totaal acht bijeenkomsten.’ Coumou vult aan: ‘Vier van de acht bijeenkomsten vallen samen met een wereldwijde ‘livestream’. Dan zijn we met alle deelnemers wereldwijd tegelijkertijd online. Je hoort dan verhalen en ervaringen van andere hubs in bijvoorbeeld Zuid-Amerika, Afrika of China. In de rijkshub gaan we daarover in gesprek, en oefenen we met de tools.’
Vijf stappen
Het U-proces kent vijf stappen:
Stap 1: Initiëren. Wat zijn we aan het doen? Wat is het vraagstuk? Welke belangen spelen een rol?
Stap 2: Verkennen. Breng het systeem in beeld. Welke stakeholders spelen een rol? Wat beweegt hen echt? Ga het gesprek aan. Luister op 3 niveaus: hoofd, hart, handen.
Stap 3: Aanwezig zijn. Verbinden met wat er nu is. Vertraag en verstil. Neem afstand. Pas op de plaats. Wat zie je verschijnen?
Stap 4: Uitkristalliseren. Ga samen aan de slag. Ga een prototype maken. Doe en probeer iets uit!
Stap 5: Doorontwikkelen. Zoek aangrijpingspunten in bestaande processen om van daaruit verder te ontwikkelen.
In elke stap van theorie U kun je kiezen uit diverse tools om de vragen van die stap te beantwoorden. In de praktijk lopen de fasen natuurlijk door elkaar, en is het altijd maatwerk. Het U-proces is een handig raamwerk om het groepsproces op maat vorm te geven.
U.Café
Coumou vertelt verder: ‘Het U.Café is een netwerk en een ontmoetingsplek. Voor burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en ambtenaren die werken aan transities en innovaties, en verder iedereen die geïnteresseerd is in op een andere manier samenwerken aan en cocreëren in maatschappelijke vraagstukken. Op basis van Theorie U of andere vernieuwende verandermethoden. Het U.café is in het bijzonder een trefpunt voor alle OIM-deelnemers die de ‘massive open online course’ (MOOC) U.lab 1x volgen. In U.Café treffen zij de deelnemers van de Rijkshub en andere U.lab-hubs in Nederland, platforms en experimenteeromgevingen.’
‘Theorie U is slechts één van de mogelijke aanpakken van multi-stakeholder processen’, legt Coumou uit. ‘Bijzonder aan Theorie U vind ik dat het uitgaat van een andere visie op leren, en dat theorie U veel aandacht besteedt aan persoonlijke ontwikkeling. Het is niet alleen denken met je hoofd, maar ook invoelen en aanvoelen met je hart, en dingen uitproberen door te doen.’
Van Bree vult aan: ‘Scharmer stelt niet zozeer het leren op basis van ervaringen uit het verleden centraal – dus leren door te reflecteren op ervaringen uit het verleden – maar leren op basis van een mogelijke toekomst. Een toekomst die je, als je er aandacht aan schenkt, ook nu al kunt waarnemen. Op die manier werk je aan veranderingen die duurzamer kunnen zijn, juist doordat ze aansluiten bij toekomstige mogelijkheden. Dat verschilt van processen die zich richten op het optimaliseren van het huidige systeem.’
Onderschatte vaardigheid
Hoe verschilt dat? Van Bree lacht: ‘Nou bijvoorbeeld door juist die plekken te gaan bezoeken waar het gebeurt. Dus ambtenaren die erop uit gaan, dat sluit helemaal aan op theorie U.’ En wanneer wordt het persoonljk? Coumou: ‘In elke stap zitten vragen over jouzelf en jouw rol in het proces. Maar in het bijzonder in stap 3 krijg je ook een beter beeld van hoe jij met jouw karakter en talenten kunt bijdragen. Zelf heb ik voor het eerst deelgenomen aan U.lab in 2015. Dat was een bijzondere ervaring. Ik ontmoette allerlei nieuwe mensen en het bracht voor mij werkzaamheden en denkwijzen bijeen, waarmee ik me altijd al had bezig gehouden. Voor mij werd nog helderder dat ik graag mensen samenbreng om te vernieuwen, en dat mijn talent daar ook ligt. Het gaf mij een zetje om de overstap te maken van het ministerie van BZK naar IenM, en voor het OIM te gaan werken. Ik leerde ook om beter te luisteren naar andere mensen. Luisteren is een onderschatte vaardigheid!’
Hoe kan ik me aanmelden?
Van Bree: ‘Voor rijksambtenaren geldt: stuur een mail naar het OIM met in het onderwerp rijkshub U.lab. Dan zorgen wij dat je toegang krijgt tot alle informatie over de rijkshub op de site van het OIM. Daarna kun je je via de site aanmelden voor de bijeenkomsten.
Coumou: ‘OIM-deelnemers en andere mensen die interesse hebben in het U.café kunnen een e-mail sturen naar projectleider Maaike de Beer. Een andere manier om te proeven van de werkvormen van theorie U is deelname aan de OIM werkconferentie op 12 oktober. Hiervoor kun je je ook opgeven op de site van het OIM.’
‘Je kunt beter vragen: wanneer wordt het niet persoonlijk’, reageert Van Bree. ‘Door het hele proces heen word je uitgenodigd en uitgedaagd om je hoogste toekomstige potentieel op te zoeken en concreet te maken. Dat zit ‘ingebakken’ in de werkvormen waarin je bij elke stap ook reflecteert op je eigen handelen. Dat klinkt heel heftig en dat kan het ook af en toe zijn. Zo kwam ik in de casus die ik in mijn eerste U.lab in 2017 gebruikte erachter dat niet in de omstandigheden, maar in mijn benadering daarvan iets veranderen moest. En toen ik die shift eenmaal kon maken werd de rest een kwestie van uitwerken.’
Hoe past dit alles in de ontwikkeling van het OIM? Samenwerken in allianties en netwerken en sociaal ondernemerschap; dat is iets waarmee we als rijksoverheid nog steeds niet zoveel ervaring mee hebben opgedaan. Van Bree: ‘Vanuit het OIM willen we u.lab aangrijpen om meer ervaring opdoen met cocreatie. Theorie U is daarbij een aanpak die als kapstok kan dienen.’ Coumou: ‘Dat past ook bij de doorontwikkeling van het OIM. Het faciliteert de dialoog tussen de rijksoverheid en allerlei personen en partijen die actief zijn op het domein van de fysieke leefomgeving. Beleidsmakers kunnen het OIM inschakelen voor een consultatie en zo advies ontvangen op bijvoorbeeld een concept visie of beleidslijn. Daar komt nu bij dat het OIM processen faciliteert om samen iets te maken en samen met anderen te leren. U.lab heeft beide componenten in zich.’
Lees ook Jezelf meenemen naar je werk.
Tom van Doormaal zegt
Aardig, maar toch ook een beetje buskruit en zwarte garen. Ik was ook opbouwwerker vroeger. Geen idee wat het was, maar mijn directeur vond dat ik maar Saul Alinsky moest lezen. Dat was de activist die Obama onder zijn hoede nam. Als ik zijn methode vergelijk met jullie verhaal, dan kom ik wel andere woorden tegen, maar toch niet veel wat inhoudelijk anders is.
Dat hoeft ook niet. Ik betrap mij er vaker op dat ik de methode, die ik toen werkendeweg opdeed eigenlijk nog steeds toepas als ik over een probleem struikel.