Het begrip ‘verdienvermogen’ staat veel in de belangstelling, onder andere in het Nationaal Groeifonds. Wat Thijmen van Bree betreft wordt echter vaak te eendimensionaal naar dit begrip gekeken. Namens TNO pleit hij daarom voor een nieuwe, bredere definiëring en duiding van verdienvermogen.
Van oudsher wordt het begrip ‘verdienvermogen’ een-op-een gekoppeld aan de vraag: waaraan verdient Nederland zijn geld? Onze welvaart wordt dan uitgedrukt in het bbp, het bruto binnenlands product, berekend in euro’s. Maar juist nu de economische groei tegen grenzen aanloopt zoals klimaat, stikstof, woningmarkt, menskracht, ruimtegebruik of grondstoffen, is het tijd om verdienvermogen breder te bezien. Een doelstelling die enkel gericht is op het verhogen van het bbp geeft weinig richting aan ontwikkelingen die vanuit maatschappelijk oogpunt gewenst zijn. We zijn daarom toe aan een nieuwe definitie van verdienvermogen, met een betere balans tussen welvaart en welzijn, met oog voor volgende generaties.
‘Groei kan niet alleen in geld worden uitgedrukt’
Een goed functionerende maatschappij draait namelijk niet alleen om geld verdienen. We willen ambitieuze klimaatdoelen halen met een snelle energietransitie. We willen de woningmarktcrisis en de stikstofproblematiek oplossen, en we willen de zorg op peil houden bij een toenemende vergrijzing. Tel daarbij op de krappe arbeidsmarkt, de verschuivende geopolitieke machtsverhoudingen, de toenemende digitalisering en de internationale concurrentie, en de conclusie is onvermijdelijk dat groei niet alleen in geld kan worden uitgedrukt. We ontkomen er niet aan om onze economie en samenleving toekomstbestendig te maken, door ons voortdurend aan de veranderende omstandigheden aan te passen.
Scherpere definitie
Inmiddels groeit ook in bredere kring dan die van economen het besef dat het bbp een beperkte maatstaf voor welvaart is, omdat hierin bijvoorbeeld effecten op natuur en milieu, gezondheid en sociaal welzijn niet worden meegenomen. Steeds vaker spreken ook beleidsmakers en bestuurders over ‘brede welvaart’; een term die het CBS in de Monitor Brede Welvaart definieert als ‘de kwaliteit van leven in het hier en nu en de mate waarin deze al dan niet ten koste gaat van die van latere generaties en/of van die van mensen elders in de wereld’. In lijn met het debat over brede welvaart stellen wij de volgende scherpere definitie van het begrip verdienvermogen voor: ‘Verdienvermogen is de capaciteit om nu en op de lange termijn structurele welvaart én welzijn te genereren’.
Vier kapitalen als bouwstenen van verdienvermogen
Het verdienvermogen van Nederland leunt in de eerste plaats op de benutting, ontwikkeling en bestendiging van de verschillende productiefactoren en -kapitalen. Dat zijn er vier: financieel-economisch kapitaal, natuurlijk kapitaal, menselijk kapitaal en sociaal kapitaal. En die kapitalen omvatten de middelen en mogelijkheden om zowel nu als later welvaart en welzijn te creëren.
‘Deze investeringen vereisen een combinatie van private en publieke inspanningen’
Financieel-economisch kapitaal is het kapitaal in de klassieke zin, uitgedrukt in geld, machines, fabrieken en dergelijke. Het natuurlijk kapitaal omvat de staat van de natuur en leefomgeving en de voorraad natuurlijke hulpbronnen. Bij menselijk kapitaal gaat het onder andere over opleidingsniveau, vaardigheden en gezondheid van de beroepsbevolking. Sociaal kapitaal omvat zaken als sociaal contact/omgang tussen mensen en groepen en vertrouwen in elkaar en in instituties.
De vier kapitalen vormen de bouwblokken van structureel verdienvermogen. Zowel nu als in de toekomst vormen zij het vertrekpunt en de voedingsbodem voor (nieuwe) economische activiteiten, welvaart en welzijn.
Verandervermogen als strategie voor toekomstig verdienvermogen
Een tweede bouwblok van verdienvermogen is het verandervermogen van bedrijven, organisaties, burgers en instituties. Dit is een belangrijk uitgangspunt en randvoorwaarde voor ons verdienvermogen. Het verandervermogen omvat de mate waarin de Nederlandse economie en samenleving in staat zijn om adequaat met veranderingen om te gaan, aan te passen en te blijven vernieuwen, om daarmee transities en transformaties goed te kunnen doorlopen.
Structurele investeringen in drie domeinen vereist
De vier kapitalen en het verandervermogen kunnen nu en op de lange termijn renderen en effectief bijdragen aan de creatie van welvaart en welzijn in Nederland, als we daarnaast structureel in drie activiteiten investeren: R&D en innovatie; de vernieuwing van de economische activiteit en -structuur; en opleiding, training en talentontwikkeling. In onderstaande figuur zijn deze drie elementen verbeeld die het verandervermogen op peil moeten houden en rechtstreeks verbonden zijn met de vier kapitalen.
Figuur 1: Visualisatie van de bouwblokken van verdienvermogen
Bron: TNO (2022). Verdienvermogen: voor lange termijn welvaart én welzijn.
Deze investeringen vereisen een combinatie van private en publieke inspanningen. Op deze manier stellen we de Nederlandse economie en samenleving in staat om zich voortdurend aan te passen aan veranderende omstandigheden. In meer detail dragen deze drie activiteiten op de hieronder beschreven wijze bij aan een robuust verdienvermogen:
R&D en innovatie
Investeringen in R&D dragen bij aan nieuwe kennis en technologie, en vormen daarmee de basis voor innovatie en de ontwikkeling van nieuwe economische activiteit.
Vernieuwing van economische activiteit en -structuur
De landen die in een fundamenteel veranderende wereld succesvol zijn, zullen de landen zijn die hun ondernemingen in staat stellen om tijdig op veranderingen, transities en transformaties in te spelen. Voor het blijven vernieuwen van de economische structuur van Nederland en het versterken van het structureel verdienvermogen, zijn niet alleen de aanwezigheid van innovatief ondernemerschap en de start en ontwikkeling van nieuwe bedrijven van groot belang, maar ook het talent om nieuwe combinaties en concurrentievoordelen te identificeren en economische activiteiten tijdig te vernieuwen.
Opleiding, training en talentontwikkeling
Om economische activiteiten te kunnen vernieuwen en daarmee nieuwe groeipaden in te slaan, is het noodzakelijk dat de arbeidsmarkt voldoende wendbaar is. De routines en organisatorische vaardigheden van bedrijven en de kennis, competenties en vaardigheden van de beroepsbevolking dienen dus mee te bewegen met een veranderende vraag in nieuwe activiteiten en processen. Opleiding, training en talentontwikkeling zijn hiervoor onontbeerlijk en vereisen daarom continu aandacht.
‘Bij elke economische activiteit moeten we oog hebben voor toekomstige generaties’
De krapte op de arbeidsmarkt en (internationale) concurrentie om schaarse beroepsgroepen maakt de noodzaak tot goede afstemming van vraag en aanbod vanuit generieke of specifieke opleidingen nog urgenter. In brede zin verdient de aantrekkelijkheid van werk hierbij aandacht, zoals beloning, medewerkerstevredenheid en een internationaal concurrerend woon- en werkklimaat. Aandacht daarvoor zou ook moeten leiden tot een grotere arbeidsparticipatie.
Beter in balans
Een nieuwe definitie van verdienvermogen en de concrete invulling daarvan helpen om nieuwe paden te ontdekken waarop welvaart en welzijn beter in balans zijn. Door structureel te investeren in dit verdienvermogen stellen we onszelf beter in staat ons voortdurend aan te passen aan de veranderende omstandigheden.
Om ons verdienvermogen structureel op peil te houden dienen we ons te richten op ‘toekomstbestendige economische activiteiten’. Deze bouwen idealiter voort op onze sterktes en uniciteit, waarbij we tegelijkertijd rekening houden met de snel veranderende wereld en inspelen op grote maatschappelijke uitdagingen en opgaven. Bij elke economische activiteit moeten we oog hebben voor toekomstige generaties, zodat zij straks ook de middelen en mogelijkheden hebben om welvaart en welzijn te blijven creëren.
Lees hier meer informatie, waaronder een whitepaper, over verdienvermogen.
Geef een reactie