Het organiserend vermogen van burgers is bij tal van ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken onmisbaar om tot oplossingen te komen. Overheden denken daarom steeds vaker na over hoe zij initiatieven kunnen mobiliseren, aanzwengelen, faciliteren en verrijken. Ze werken aan nieuwe vormen van uitnodigend bestuur. Dat stelt bijzonder hoogleraar bestuurskunde Arwin van Buuren in het essay Uitnodigend besturen. Het organiseren van ruimte voor initiatief.
Wat verstaan we onder uitnodigend bestuur? Hoe krijgt dit gestalte in de praktijk? En welke instrumenten zijn voorhanden om dit vorm te geven? Van Buuren biedt handvatten en gaat in op de op de vraag wat uitnodigend besturen vergt van een overheidsorganisatie en van de representatieve democratie.
Niet afwachten
Uitnodigend besturen houdt in dat overheden initiatieven aanmoedigen, uitlokken en lospeuteren. Complementariteit staat daarbij centraal. Het gaat om het vinden van zinvolle verbindingen tussen de agenda van een overheid en de drijfveren van initiatiefnemers. Daarbij is het ook zaak dat er een ambitie is geformuleerd en een strategie is opgesteld ten aanzien van het aanmoedigen en verwelkomen van initiatieven.
Van Buuren onderscheidt ten minste zes motieven voor uitnodigend bestuur: het inhoudelijke, bestuurlijke, organisatorische, democratische, financiële en maatschappelijke motief. In het ene geval draait het er vooral om dat de gemeentelijke uitgaven kunnen worden teruggedrongen, terwijl in andere gevallen participatie en democratische legitimiteit het belangrijkste criterium is. Vaak is er sprake van een combinatie van motieven.
Uitnodigend beleid
Beleid krijgt een fundamenteel ander karakter. Uitnodigende beleidsvoornemens zijn niet volledig dicht geprogrammeerd. Ze formuleren opgaven en stippelen de weg naar de realisatie ervan niet in detail uit. Deze beleidsvoornemens nodigen anderen uit om dit in te vullen en mede vorm te geven. Ze voorzien in incentives om dat initiatief uit te lokken. Opgaven als de energietransitie en klimaatadaptatie zijn hiervoor bij uitstek geschikt. Uitnodigend beleid biedt ook duidelijkheid aan initiatiefnemers hoe zij aan kunnen haken. De ruimte waarbinnen wordt uitgenodigd moet wel worden afgebakend en begrensd.
‘De ruimte waarbinnen de overheid uitnodigt, moet wel worden afgebakend en begrenst’
Van Buuren zet verschillende strategieën voor uitnodigend bestuur uiteen. Deze vallen onder te verdelen in drie typen: de coöperatieve strategieën (de overheid stelt zich coöperatief en welwillend op), coproductieve strategieën (andere partijen bouwen voort op een ‘openingsbod’ van de overheid) en competitieve strategieën (initiatiefnemers dagen overheden uit en vervangen mogelijk overheidsdiensten). Uitnodigend bestuur kan alleen tot stand komen als de publieke organisatie ook daadwerkelijk ontvankelijk is voor initiatief van buiten. Factoren als nieuwsgierigheid, bescheidenheid, bekwaamheid en support zijn hierbij bepalend.
Samenspel en complementariteit
Hoewel uitnodigend bestuur veronderstelt dat overheden en initiatiefnemers opereren als communicerende vaten, betekent dit niet dat de rechtmatige en presterende overheid met pensioen kan. Het inspelen op initiatieven vraagt om samenspel en complementariteit. Juist een overheidsorganisatie die een stapje opzij kan zetten en plaats durft te maken voor maatschappelijk initiatief, moet ook in staat zijn om zelf weer naar voren te stappen op het moment dat er een gat valt.
Dit vergt een tweebenigheid waarvoor geen vaste recepten of uitgewerkte handleidingen zijn. Er is behoefte aan Public Value Pragmatism. Het instrumentarium is vooral afhankelijk van de aard van de opgave, de publieke waarde die gecreëerd wordt.
Reflectie
Daarnaast gaat Van Buuren in op de rol van de publieke professional. Het is vooral zaak dat deze professional zich kan inleven in het alternatieve repertoire en zich daartoe kan verhouden. Uitnodigend besturen vraagt ook een omslag van de volksvertegenwoordiger. Naast de klassieke rollen (kaderstelling, vertegenwoordiging en controle) zal de reflecterende rol van de volksvertegenwoordiging steeds belangrijker worden, stelt de hoogleraar.
Van Buuren erkent dat uitnodigend besturen een normatieve keuze is die nieuwe dilemma’s met zich meebrengt. Hij pleit daarom voor hernieuwde doordenking van de klassieke beginselen van behoorlijk bestuur. Nadere bezinning is hard nodig. In dit essay is een eerste aanzet gedaan.
Geef een reactie