De overheid investeert fors in de invoering van een stelsel van basisregistraties, maar heeft veel te weinig oog voor een ander belangrijk aspect van onze informatiesamenleving: persoonsbescherming. Dat moet anders. De digitale wereld moet net zo veilig worden als de fysieke wereld, zodat de burger zich er veilig voelt.
We komen uit een tijd waarin de overheid monopolist was waar het ging om informatie. Een tijd waarin de berg aan data binnen de overheid argwanend werd bewaakt en mondjesmaat werd gedeeld. Die tijd is voorbij. De overheid produceert nog steeds heel veel informatie, maar dat doen burgers en bedrijven ook. Een groot deel van de datagroei komt zelfs niet meer van organisaties of mensen, maar van apparaten in ‘the internet of things’.
‘De digitale wereld moet net zo veilig worden als de fysieke wereld’
Data en informatie is overal. En de logische eigenaar van de eigen data is de burger. Die geeft straks toegang en bepaalt wie waarvoor welke informatie mag gebruiken. Dat betekent een forse verandering voor de overheid. Die gaat anders werken, meer vanuit de burger die immers de gevraagde informatie moet leveren. Dat is een nieuwe rol en bovendien één die vraagt om een veel actievere houding van de overheid als het gaat om persoonsbescherming. Daar laten we nu als overheid nog teveel steken vallen.
Er is grote behoefte aan een veiliger informatiesamenleving. De dreiging van cybercrime groeit mee met het almaar belangrijker worden van de online wereld. De overheid stelt strenge eisen aan de veiligheid in de fysieke wereld, waarom doen we dat niet ook voor de digitale wereld? Zodat je je ook op de digitale weg redelijk veilig voelt, omdat je er vanuit kunt gaan dat de voorzieningen kloppen, dat iedereen zich aan een aantal regels houdt en dat je beschermd wordt als anderen ten nadele van jou de regels overtreden. Zodat burgers hun eigen gegevens veilig kunnen opslaan en delen. Zodat identiteitsfraude zoveel mogelijk wordt voorkomen en als het gebeurt de overheid wèl adequaat reageert.
Het zijn maar een paar voorbeelden van digitale zaken die nu nog onvoldoende geregeld zijn en waar ik duidelijk een opgave zie voor de overheid. Net als het vergroten van het informatiebewustzijn van de Nederlanders, door in het onderwijs veel meer aandacht te besteden aan veilig online gedrag. Dit zijn opgaves die uiteraard tijd en geld kosten. Maar dat hebben we, als burgers straks zelf de regie hebben over de opslag en het delen van hun eigen gegevens. De overheid houdt een controlerende rol, maar kan alle energie die nu wordt gestopt in het zelf bouwen en verknopen van de basisregistraties dan aanwenden voor die andere, primaire taak in het online domein: persoonsbescherming.
Geef een reactie