De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) kwam zeer recent met een snoeihard rapport over het gevoerde coronabeleid door de overheid. Deze nationale crisis is niet goed gemanaged, er was sprake van een tunnelvisie, slechte communicatie en er werd nauwelijks geluisterd naar de opvattingen uit de samenleving.
Het zijn allemaal bekende pijnpunten waar het gaat om crisisbeheersing, maar kennelijk is er onvoldoende lerend vermogen en bereidheid daartoe om organisaties voor te bereiden op mogelijke crises. Dat blijkt ook uit de bundel Crisisbeheersing waardevolle lessen, waarin vele deskundigen – en helaas geen burgers, actiegroepen, corona-ontkenners of criticasters – vanuit de praktijk reflecteren om te komen tot adviezen. Die praktijk varieert enorm, van het schietincident in Alphen aan den Rijn tot een cyberaanval en van de coronacrisis tot wangedrag op school. Allemaal vormen van crisis, onderling totaal verschillend, maar met enkele gemeenschappelijke kenmerken.
Overvallen
Het is vreemd dat ondanks de vele adviezen, evaluaties, onderzoekrapporten, symposia, boeken, opleidingen, ISO-normeringen en regels nog steeds veel misgaat bij het temperen van de gevolgen van een crisis of het voorkomen daarvan. Organisaties blijken vaak overvallen te worden door – de berichtgeving over – een crisis of ernstige verstoring, terwijl juist de kans daarop alleen maar toeneemt.
‘Essentiële aspecten van crisisbestrijding gaan vaak mis’
Crises lijken immers helaas steeds meer een onderdeel van ons dagelijks leven te zijn. Maatschappelijke crises, zoals de opvang van asielzoekers, stikstof, corona en klimaat, maar ook internationale crises getuigen daarvan. Crisismanagement dat onder grote tijdsdruk – en vaak onder een publiek vergrootglas – opereert is vaak nauwelijks voorbereid op zo’n situatie, terwijl juist dan wordt verwacht van het (tijdelijk opgetuigde) management dat dit het vermogen heeft om de crisis effectief te managen en om te kunnen gaan met een mogelijk continu veranderende situatie en omgeving, in een situatie die kan leiden tot een ernstige of existentiële bedreiging voor de organisatie en haar omgeving, aldus Gert Kogenhop, een van de auteurs van de bundel, die daarmee verwijst naar de ISO-norm 22361 over crisismanagement.
Er staat veel op het spel en dus is – volgens deze norm – “een strategische, adaptieve en tijdige respons vereist om te zorgen dat vitaliteit en integriteit in stand blijven”. Uit de praktijk blijkt dat het juist bij deze essentiële aspecten nogal eens misgaat. Organisaties blijken onvoldoende stabiel, robuust en tegelijkertijd veerkrachtig (resilient) en wendbaar (agile) te zijn. En dat wreekt zich.
Burgers raadplegen
Het helpt bij dat alles niet als regels, competenties en ego’s elkaar – al dan niet met opzet – in de weg zitten. Oud-burgemeester van Alphen aan den Rijn Bas Eenhoorn vindt bij het schietincident in een winkelcentrum het Openbaar Ministerie plotseling als hinderlijke tegenkracht waar het gaat om bevoegdheden. De Politiewet en de Wet op de Veiligheidsregio’s bieden bij zo’n hectische situatie geen soelaas. Hij koos ervoor zichtbaar te blijven, de verantwoordelijkheid op zich te nemen en publiek verantwoording af te leggen aan de gemeenteraad. Een noodgreep die uiteindelijk goed uitpakte.
‘Omarm de burger als veiligheidspartner’
Wat wel helpt – volgens Gert-Jan Ludden, samensteller van de bundel – is het raadplegen van burgers bij crisisbeheersing. Dat gebeurt mondjesmaat, zoals ook de OVV concludeerde. Juist burgers zijn het die in noodsituaties als eersten alarmeren, communiceren en de noodzakelijke eerste hulp bieden. Ludden pleit dan ook voor een actievere, creatieve rol voor burgers bij rampen en crisissituaties, zoals in enkele Angelsaksische landen al geregeld is. De overheid zou veel beter moeten communiceren, burgers moeten betrekken bij het opstellen van risicoprofielen en evaluatieonderzoeken, hen bondgenoot maken in crisissituaties en tegenspraak organiseren. Zijn afsluitende stelling luidt: ‘Burgerparticipatie verbetert het collectieve veiligheidsbewustzijn en de kwaliteit van crisisbeheersing. Dat zal ook leiden tot een weerbaarder en veerkrachtiger samenleving. Bij calamiteiten staat het welbevinden van de burger centraal. Het is dan ook vanzelfsprekend diezelfde burger niet op afstand te houden maar als structureel veiligheidspartner te omarmen. Een mooie uitdaging voor het openbaar bestuur en de veiligheidsdiensten. Samen sterk is hier het devies!’
Bibliografie
Gert-Jan Ludden (eindredactie), Crisisbeheersing waardevolle lessen; een bundeling van inspirerende inzichten vanuit de praktijk, SVDC, 2023.
Geef een reactie