Lokale bestuurders doen er verstandig aan Europa meer prioriteit te geven. Dat is althans de mening van burgemeester Frans Backhuijs (Nieuwegein) en wethouder Rein Zijlstra (Zeewolde). Als lid van een VNG-delegatie reisden beiden dit voorjaar naar Brussel om de banden met de EU aan te halen. ‘Doordat je elkaar leert kennen, verandert de dynamiek.’
Toen de VNG-delegatie in Brussel aankwam, hadden vlak daarvoor de terroristische aanslagen op vliegveld Zaventem en metrostation Maalbeek plaatsgevonden. Niet verwonderlijk was de stad nog in shock. Het hotel waarin de bestuurders logeerden, had dienst gedaan als noodhospitaal. Een en ander plaatste het bezoek wel in een ander perspectief, bekennen Backhuijs en Zijlstra.
Openheid
Ondanks deze omstandigheden hebben beide bestuurders, lid van de commissie Dienstverlening en Informatiebeleid, goede herinneringen aan de Belgische hoofdstad. Backhuijs: ‘Het was een zinvol en productief verblijf. Als lokale overheden kijken we naar Brussel en vragen ons af: wat betekent het voor ons? Immers, veel Europese regelgeving komt op lokale bordjes terecht. En helaas wil dat nog wel eens wringen. In de gesprekken die we hadden, bijvoorbeeld met EU-commissaris Marianne Thyssen (Werk, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit, red) en Europarlementariër Wim van de Camp (CDA, red.) werden we daarom aangespoord om met feedback te komen. De boodschap: ‘Maak duidelijk waarmee jullie zitten’.’
Verrassend waren de openheid en betrokkenheid’
‘Verrassend was bovendien de openheid en de betrokkenheid’, vult Zijlstra aan. ‘Ik heb jaren in het bedrijfsleven gewerkt. Ik vergelijk de verhoudingen in Europa daar nog wel eens mee. Bij grote multinationals doen directies vaak alsof ze precies weten wat er op de werkvloer gebeurt, terwijl dat natuurlijk helemaal niet het geval is. Bij de Europese bestuurders ontbrak die houding volledig. Zij wilden juist graag weten wat er ‘op de werkvloer’ leeft, wat het lokaal bestuur bezighoudt.’
Wat houdt dat lokale bestuur bezig? Zijlstra: ‘Als het om het terrein van onze commissie gaat: de privacy- en telecomwetgeving die over ons wordt uitgestort. Digitale veiligheid is grensoverschrijdend. Lokaal kun je niks, nationaal misschien een klein beetje. Alleen in Europees verband kun je een vuist maken.’
Europese netwerken
Kijken Backhuijs en Zijlstra inmiddels anders tegen de relatie met Europa aan? Backhuijs: ‘Voor sommige bestuurders is Brussel vooral iets waar je last van hebt. Ver van je bed, op afstand… maar voor ons in Nederland is het eigenlijk heel dichtbij. In Den Haag lobbyen we wel, maar van onze Europese netwerken maken we veel te weinig gebruik. Dat is jammer. Want als je elkaar leert kennen, krijg je andere dynamiek.’
‘Het probleem is dat buitenlandse reizen vaak als snoepreisjes worden gezien’
Hij lacht: ‘Misschien is het probleem wel dat buitenlandse reizen vaak als snoepreisjes worden gezien. Van 2004 tot medio 2011 was ik burgemeester van Oldenzaal. In die hoedanigheid ging ik vaak op bezoek in Bad-Bentheim, 18 kilometer verderop. Elke keer dat ik de grens over ging, moest ik dat melden. Maar als ik 200 km naar Den Haag reisde, was dat niet nodig. Het is erg ouderwets maar het zit er nog steeds in.’
Expliciete aandacht
Zoals gezegd kijken Backhuijs en Zijlstra met tevredenheid terug op hun bezoek aan Brussel. Maar ze realiseren zich dat de relatie tussen lokaal en supranationaal blijvende aandacht nodig heeft. Backhuijs: ‘We hebben afgesproken om met feedback te komen maar dat stagneert dan om de een of andere reden weer. Ik weet niet hoe dat komt. Het heeft toch met je dagelijkse bezigheden en de waan van de dag te maken, denk ik.’
‘Als we onze invloed willen vergroten, is het belangrijk om Brussel ‘er niet bij te doen’, zegt Zijlstra. Dan zullen we expliciet aandacht moeten besteden aan internationale betrekkingen.’
Geef een reactie