Het ene na het andere onheilspellende rapport wijst ons op de noodzaak meer te doen om opwarming van de aarde te beperken. De tijd van wegkijken en afwachten is voorbij, schrijft Dave van Ooijen. Op platform O bespreekt hij het werk van Stefaan Vandist, een merk- en innovatiestrateeg die 33 toekomstscenario’s schetst voor duurzame ondernemers.
Onlangs publiceerde het IPCC zijn nieuwste klimaatrapport. Als de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 graad zal volgens het rapport 3 tot 14 procent van de soorten op aarde verdwijnen. Loopt de opwarming verder op, naar 2 of 3 graden, dan kan zelfs 18 tot 29 procent van de soorten verdwijnen. In tal van gemeenten hebben de rapporten van de IPCC in het afgelopen jaren geleid tot burgerinitiatieven waarin gemeenten worden opgeroepen om de klimaat- en ecologische noodtoestand uit te roepen.
‘In wat voor toekomst willen we leven?’
De tijd van wegkijken en afwachten is voorbij. Het IPCC zegt dat de mens zijn lot deels in eigen handen heeft. Volgens de IPCC is er overtuigend wetenschappelijk bewijs dat er haalbare en effectieve maatregelen bestaan waarmee de mens zich kan aanpassen aan het veranderend klimaat. Wat er allemaal mogelijk is laat het onlangs uitgekomen boek Pretopia van de Vlaamse merk- en innovatiestrateeg Stefaan Vandist zien. Vandist neemt de lezer in zijn boek mee op een pelgrimstocht langs een reeks creatieve broedplaatsen waar de duurzame toekomst al in de steigers staat. Pretopia is een uitermate boeiend boek met inspirerende voorbeelden om ondernemers, beleidsmakers, ambtenaren, politici en burgers te stimuleren de toekomst in eigen hand te nemen. Aanpassing aan het veranderend klimaat kan volgens Vandist echter alleen maar succesvol zijn als we tegelijkertijd ook gaan werken aan een nieuw besturingssysteem voor economie en samenleving.
Vier scenario’s
Vandist begint zijn boek met vier mogelijke toekomst verkennende scenario’s voor de stad Antwerpen, maar die evengoed op elke andere stad van toepassing zouden kunnen zijn. Het zijn fictieve verhalen over hoe Antwerpen zich zou kunnen ontwikkelen. Het zijn niet alleen verhalen over een wenselijke toekomst, maar ook over de mogelijke, waarschijnlijke, aannemelijke en te vermijden scenario’s. Voor het opstellen van de scenario’s heeft Vandist gekozen voor klimaatverandering en welzijn. Op het gebied van klimaat en welzijn liggen de grootste uitdagingen. Klimaat omdat dit de belangrijkste opgave van dit moment is. Welzijn omdat in de samenleving van de toekomst volgens Vandist succes niet alleen moet worden afgerekend op basis van welvaart. Op basis van de assen ‘klimaat’ en ‘welzijn’ komt Vandist tot vier mogelijke scenario’s. Ten eerste ‘de pampersamenleving’, gebaseerd op voortzetting van de status quo. Ten tweede ‘de ecodictatuur’, waarin de vrijheden van burgers door de regering aan banden zijn gelegd. Ten derde het scenario ‘de vrije val’, waarin bedrijven en de markt het nog meer voor het zeggen hebben gekregen. En ten vierde het scenario ‘het symbiosceen’, waarin de mens erin geslaagd is de gezondheid van mens en planeet als twee communicerende vaten te benaderen. Het zijn alle vier interessante scenario’s om na te denken en met elkaar over van gedachten te wisselen over in wat voor toekomst we zouden willen leven.
Innovatiebriefings
Na het inleidende deel over mogelijke scenario’s, om de gedachten te prikkelen, behandelt Vandist in zeven hoofdstukken toekomstscenario’s voor duurzame ondernemers. De term ‘toekomscenario’ vind ik als ondertitel voor de zeven hoofdstukken overigens een te groot woord. Het zijn eerder ‘innovatiepaden’ of ‘innovatiebriefings’ over praktische, impactvolle oplossingen en hun onderlinge dwarsverbanden. Om de grote ecologische en sociaaleconomische uitdagingen van de eenentwintigste eeuw aan te pakken.
‘Iedereen kan in zijn eigen buurt aan de slag gaan met innovatie’
De ‘innovatiebriefings’ zijn opgedeeld in thematische hoofdstukken. De hoofdstukken gaan over mobiliteit, voedselsystemen, energie, welzijn, stadsontwikkeling en materiaalgebruik. Bij elke denklijn behandelt de auteur een indrukwekkend aantal ideeën, voorbeelden, concepten, methoden en schaalbare oplossingen. Aan Nederlandse voorbeelden kwam ik bekende en betekenisvolle voorbeelden tegen, maar ook voorbeelden die nog in de kinderschoenen staan. Zo bespreekt hij onder meer het initiatief van Arash Aazami, die het concept internet-of-energy ontwikkelde. Een fijnmazig web waarin ieder mens of apparaat verschillende rollen kan vervullen. Zoals die van gebruiker, aanbieder, bufferaar, omzetter en transporteur van energie. Verder gaat hij in op broedplaatsen als de Materialenbank in Apeldoorn, het Spoorlab van de NS, de Ontdekfabriek in Eindhoven, de Drijvende Woningen in Rotterdam, de Wikiwoningen in Almere, het platform Holland Houtland, het 3D Digital City project in Groningen, het CIRCL-project in Amsterdam, het Brainport Smart District in Eindhoven en het Tuiny Forest project in Weert. Het boek bevat veel te veel om op te noemen. Bladerend door de grote hoeveelheid komt iedereen wel een paar aantrekkelijke voorbeelden tegen waarmee hij in zijn eigen buurt aan de slag kan gaan. Of die hem kan inspireren om op een innovatieve manier naar zijn eigen bedrijf te kijken om de omslag naar een circulaire en koolstofarme economie te maken.
Systeemverandering
Het boek eindigt in het achtste hoofdstuk met een beschouwing over hoe we naar de besturingssystemen van de wereld kunnen kijken. Volgens Vandist zullen we naar een nieuw besturingssysteem voor economie en samenleving moeten. De grote ecologische en sociale uitdagingen van vandaag de dag dwingen ons daartoe, aldus Vandist. Hij haalt daarbij onder meer Bernard Lietaer aan, econoom, topambtenaar bij de Belgische Nationale Bank en geestelijk vader van de ecu, de voorloper van de euro. Tijdens de 25 jaar die voorafgingen aan de financiële crisis van 2008 telde de Wereldbank volgens Lietaer 96 bankencrises en 176 monetaire crises. De oorzaak was volgens hem telkens een obsessie met efficiency. Een obsessie die ten koste ging van veerkracht, het vermogen om schokken en veranderingen op te vangen. Willen we de komende decennia uitdagingen zoals klimaat, ongelijkheid en democratie het hoofd bieden, dan zullen we volgens Vandist in alle besturingssystemen van de samenleving het evenwicht tussen efficiency en veerkracht moeten zien te herstellen. Over hoe dat zou kunnen brengt Vandist het werk van onder meer de systeemdenkers Alex Petland (MIT) en Dirk Helbig (TU Delft) naar voren. Onderzoekers die met behulp van het beste van ICT, natuurkunde en humane wetenschappen de kracht, robuustheid en toekomstbestendigheid van diverse systemen bestuderen. Beiden brengen opvallend vergelijkbare componenten naar voren voor vernieuwing van onze maatschappelijke, economische en ecologische besturingssystemen. Nieuwe besturingssystemen zullen volgens hen meer lokaal, meer decentraal, meer digitaal, meer participatief, socialer en transparanter te zijn.
Ode aan Donella Meadows
In de allerlaatste paragraaf brengt Vandist een mijns inziens terechte ode aan de in 2001 overleden Donella Meadows. Meadows was milieu- en systeemwetenschapper aan het MIT in Cambridge en onder meer verantwoordelijk voor de wetenschappelijke onderbouwing van het rapport van de Club van Rome. Ze was een van de belangrijkste auteurs van het rapport Grenzen aan de groei uit 1972. De tekst van het rapport kwam grotendeels uit haar pen. Naast een uitmuntend wetenschapper was ze een begenadigd schrijver. Iemand die complexe zaken heel erg toegankelijk wist te maken. Een van haar lessen is dat het reduceren van de werkelijkheid tot een logica, zoals vaak gebeurt om complexe zaken te beheersen, niet werkt als het gaat om ingrijpen in niet-lineaire en complexe systemen. Traditionele beleidsprincipes of managementtechnieken hebben hoogstens tijdelijk effect. Succesvol omgaan met de complexe uitdagingen van vandaag vereist meer dan alleen rekenkracht en analysevermogen. Vandist besteed met name aandacht aan twee publicaties van Donella Meadows. Zoals aan het zeven jaar na haar overlijden verschenen manuscript Thinking in systems waarin ze verschillende systeemsoorten in kaart brengt en inzicht geeft in structuren en gedragingen van systemen. Daarnaast besteedt hij aandacht aan haar essay Leverage Points waarin ze een classificatie aanreikt van hefbomen voor systeemverandering, gerangschikt van matige tot grote doeltreffendheid. Het zijn beiden zeer belangwekkende publicaties. De meeste mensen worden evenwel vooral beïnvloed door haar hoofdstuk Living in a World of Systems. Hierin geeft ze een handreiking met vijftien lessen om te overleven en te functioneren in een wereld van systemen. Voor Vandist is Donella Meadows een grote inspiratiebron geweest. Ook u zal na lezing van Pretopia, dat weet ik zeker, een fan van haar worden.
Bibliografie
Stefaan Vandist, ‘Pretopia. 33 inspirerende toekomstscenario’s voor duurzame ondernemers’, Lannoo Campus, 348 pagina’s.
Geef een reactie