Digitale buurtpreventie heeft minder en andere effecten dan gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van Hogeschool Inholland onder tien buurtpreventiegroepen in de gemeente Rotterdam. Volgens de onderzoekers zijn er geen aanwijzingen dat de veiligheid door toedoen van de digitale buurtpreventie verbetert. En ook de veiligheidsbeleving of leefbaarheid neemt slechts in een van de onderzochte groepen toe. De beleidslogica die ten grondslag ligt aan digitale buurtpreventie, is duidelijk te optimistisch, concludeert Inholland.
Net als in veel andere Nederlandse gemeenten doen burgers in de gemeente Rotterdam steeds vaker aan digitale buurtpreventie. In digitale buurtveiligheidsgroepen werken zij samen aan de veiligheid in de buurt. De gemeente Rotterdam kent formeel geen beleid ten aanzien van deze groepen, maar stimuleert en faciliteert de totstandkoming ervan wel. Soms ook door deze zelf te initiëren, zoals de zogenaamde HIC-groepen in concentratiegebieden van high impact crime. Hieraan ligt de beleidslogica ten grondslag dat digitale buurtpreventie leidt tot een verbetering van de veiligheid, veiligheidsbeleving en leefbaarheid in een deelnemende buurt. Deelnemers zouden alerter worden op verdachte situaties, elkaar én de politie sneller waarschuwen, waarop (vooral) de politie adequater in kan grijpen (het zogenaamde vergroten van ‘heterdaadkracht’). Bovendien zou digitale buurtpreventie de sociale cohesie en sociale controle in een buurt versterken en zouden ‘kortere lijntjes’ ontstaan tussen burgers en (wijk) professionals.
‘De gemeente Rotterdam kent geen formeel beleid ten aanzien van buurtpreventiegroepen’
Het klinkt allemaal hoopvol maar klopt die beleidslogica? Om een antwoord te vinden op die vraag voerde Hogeschool Inholland casestudies uit in tien buurtpreventiegroepen in Rotterdam: WhatsAppgroepen, Veilige Buurt-groepen, HIC-groepen die actief waren in uiteenlopende buurten (verspreid over de stad en verschillend wat betreft fysieke, sociale en veiligheidssituatie). De casestudies omvatten interviews en focusgroepen met beheerders, deelnemers, niet-deelnemers en (wijk)professionals. Tevens werd de chatgeschiedenis van elke groep geanalyseerd.
Sociale cohesie
Uit het onderzoek van Inholland blijkt dat de effecten van (deelname aan) buurtpreventie tegenvallen. In geen van de groepen vonden de onderzoekers aanwijzingen voor een verbetering van de veiligheid. Aanwijzingen voor een verbetering van de veiligheidsbeleving of leefbaarheid vonden ze slechts in een enkele groep. Wel zagen ze in twee tot drie groepen signalen die erop wijzen dat de digitale buurtpreventie heeft bijgedragen aan toename van sociale cohesie en aan kortere lijntjes tussen (deelnemende) burgers en overheid.
De waarde van digitale buurtpreventie moet misschien vooral vanuit dat perspectief worden bekeken: met deelname aan digitale buurtpreventiegroepen geven burgers blijkbaar vooral uiting aan hun behoefte om samen met elkaar en met instituties te werken aan een betere buurt. De aanname dat deelname aan buurtpreventiegroepen de veiligheid of de beleving daarvan laat toenemen, is echter te optimistisch. Het kan daarom geen kwaad het Rotterdamse beleid ten aanzien van buurtpreventie – en de aannames die daaraan ten grondslag liggen – nog eens tegen het licht te houden, aldus de onderzoekers.
Geef een reactie