Mark van Ostaijen heeft een mooi boek(je) geschreven, dat om meerdere redenen tot nadenken stemt. De ondertitel – Een kleine sociologie van grote denkers – lijkt te suggereren dat het hier gaat om de zoveelste inleiding tot het klassieke sociologische denken. Nuttige boeken, daar niet van. Maar wel boeken waar er al heel veel van zijn. Gelukkig weet Van Ostaijen die valkuil te mijden. Wat doet hij dan wel?
Eigenlijk laat het boek zich op twee niveaus lezen. Op het meest zichtbare en toegankelijke niveau gebruikt Van Ostaijen inzichten van klassieke en modern-klassieke sociologische denkers – onder meer Weber, Durkheim, Simmel, Merton, Coser, Bourdieu, Jacobs en Elias – om greep te krijgen op hedendaagse maatschappelijke problemen. De thema’s die aan de orde komen – van voetbal als religie tot gulzig internet – zijn net zo divers en vaak complex als het denken van de sociologische klassiekers die de auteur ‘erop loslaat’.
Dit levert verrassende inzichten op en bewijst telkens weer dat de sociologie wel degelijk bij kan dragen aan het beter begrijpen van de complexe en veranderlijke samenleving waarin we leven. Dat het begrijpen van ingewikkelde vormen van samenleven waar we – of we het willen of niet – deel van uitmaken was en is een kernfunctie van de sociologie.
Geen klassieke inleiding
Lezend op dit niveau valt op dat de auteur erin slaagt helder en compact zowel de theoretische perspectieven als de actuele maatschappelijke problemen te schetsen. Schijnbaar moeiteloos weet hij vervolgens de theorie op de empirie toe te passen. Dat dit inderdaad geen klassieke inleiding in het sociologische denken is, blijkt uit de vrij willekeurige selectie ‘denkers’ die aan de orde komt.
‘De keuze van te analyseren problemen is
vaak heel persoonlijk getint’
De auteur is zich daar overigens terdege van bewust. De keuze van te analyseren problemen is vaak heel persoonlijk getint en dat bepaalt, tot op zekere hoogte, ook de keuze voor sommige klassieken ten koste van (vele) andere. Het zij zo.
Doorgeschoten individualisme
Op een meer fundamenteel niveau is deze uitgave een goed gefundeerde aanval op doorgeschoten (wetenschappelijk) individualisme. Maatschappelijke debatten over individualisering, atomisering, zelfontplooiing en individuele vrijheid hebben de weg geëffend voor een ongekend populaire wetenschappelijke literatuur over het individu op zich zelf. Biologen en neurologen, maar ook anderen, worden niet moe om te betogen dat de mens eigenlijk niet meer is dan een bundel willekeurige biochemische en neurologische processen. Kort samengevat: wij-zijn-ons-brein-literatuur.
‘Het individu bestaat in het sociologische denken
bij de gratie van vele anderen’
Tegenover dat momenteel zo populaire individualistische determinisme van de breinwetenschappers zet Van Ostaijen het sociologische, en soms ook sociaalpsychologische, denken. Minder populair misschien, maar daarom niet minder relevant. Het individu bestaat in het sociologische denken bij de gratie van vele anderen. Overigens, zonder het belang van biochemische processen of hersenactiviteit te ontkennen. Dat zou, stelt Van Ostaijen terecht, alleen maar tot een nieuwe blinde vlek leiden (p. 133). Sociologisch denken helpt om individualistisch essentialisme en neurologisch determinisme te overstijgen, stelt hij (p. 134).
Individualiteit is aangeleerd
Zelfs het ultieme idee van individualiteit is niet aangeboren, maar aangeleerd. En dit wordt onderhouden in de interacties met vele anderen (cf. p.129: wij zijn niet alleen maar wij; wij zijn ons). Van Ostaijen laat op vele uiteenlopende manieren zien hoe wezenlijk sociaal wij mensen (ook) zijn. Vandaar dat het in zijn boek niet over het individu gaat of over ik versus de anderen. In de titel van zijn boek en in de hoofdstuktitels gaat het telkens om ‘wij’. Wij zijn overtuigd, wij zijn speels, wij zijn online, wij zijn geweldig, wij zijn des duivels, om er een paar te noemen. Wie denkt dat dat alleen maar een woordspel is (wat het óók is), moet snel dit boek lezen om anders te leren.
Van Ostaijen heeft een charmant en leesbaar boek(je) geschreven dat ook nog een wezenlijke sociologische boodschap uitdraagt. Wat zou je als lezer meer willen?
Mark van Ostaijen, Wij zijn ons. Een kleine sociologie van grote denkers. Van Tilt, 159 pagina’s, 2018.
Aart Jan Damsteeg
Directeur-bestuurder Bethelschool zegt
Ha Lex,
Dank voor je recensie! Je hebt in ieder bereikt dat ik dit boek ga lezen. Als onderwijsman heb ik ook zoveel praktijkvoorbeelden dat ‘wij’ en ‘ons’ echt meer aandacht mogen vragen dan alleen: ‘Ik vind, ik denk, dus jou mening helpt niet’. Niet alleen de pedagogiek maar ook onze didactiek mag op dit punt dit gaan vertalen in aangepaste praktijken. We staan hier echt voor belangrijke uitdagingen!