Raadsbrede akkoorden zijn bruikbaar in verband met de politieke versplintering die ook in de gemeentepolitiek steeds verder doorgaat, vinden Peter van Hoesel en Rob van Engelenburg. Maar belangrijker nog is dat ze de kans op beter beleid vergroten. Hoe ziet zo’n raadsbreed akkoord eruit en hoe geef je het vorm?
Eenzijdig samengestelde coalities met dienovereenkomstige coalitieakkoorden leveren het risico op dat onvoldoende afwegingen worden gemaakt tussen uiteenlopende belangen, waarbij sommige belangen zelfs over het hoofd kunnen worden gezien. Een nog wel groter risico is dat het beleid onvoldoende in samenspraak met burgers wordt ontwikkeld, waardoor de kans op minder goede resultaten wordt vergroot en zelfs dat hierdoor betere oplossingen gewoonweg over het hoofd worden gezien. Met een raadsbreed akkoord kan dit worden voorkomen.
Verstandig bestuur
Een raadsbreed akkoord lijkt in te gaan tegen het idee dat partijen die de meeste stemmen hebben behaald het voor het zeggen moeten hebben, maar dat is wat kortzichtig. Die partijen hebben het namelijk ook met een raadsbreed akkoord nog steeds voor het zeggen, alleen zijn ze zo verstandig om met zoveel mogelijk perspectieven vanuit de samenleving rekening te houden. Ook komt hierdoor meer ruimte om betere oplossingen in het vizier te krijgen, waarmee wordt vermeden dat er een tunnelvisie ontstaat rond een minder goede oplossingsrichting. Bovendien vergroot je de kans dat het akkoord niet blijft steken in vaagheden maar dat het concrete antwoorden biedt op de diverse maatschappelijke vraagstukken waar de gemeente mee te maken heeft.
‘Een raadsbreed akkoord kan zorgen voor minder versplintering’
Een raadsbreed akkoord zorgt er ook voor dat onderwerpen die vragen om een pragmatische aanpak (verreweg de meeste onderwerpen waar een gemeente zich mee bezighoudt) buiten overbodige politieke discussies worden gehouden. Zo’n akkoord maakt daarnaast een einde aan de (nogal eens gangbare) praktijk dat een kleine meerderheid aan coalitiepartijen zoveel mogelijk van hun eigen ideeën probeert te verwezenlijken ten koste van de oppositie. Bovendien biedt een raadsbreed akkoord ruimte voor een eventueel zakencollege, waarbij wethouders kunnen worden benoemd zonder politieke binding. Met alleen kandidaten vanuit de eigen partij is de keuze beperkt, met als risico dat er onvoldoende deskundigheid beschikbaar is. Tenslotte kan een raadsbreed akkoord bij een volgende verkiezing ook bijdragen aan vermindering van de versplintering, althans voor zover die voortkomt uit proteststemmen als gevolg van onvrede of wantrouwen over de gemeentepolitiek.
Zwakke schakels
Gaat het dan vanzelf goed, wanneer je zo’n raadsbreed akkoord als basis hebt? Nee, zeker niet. In de keten van beleidsontwikkeling moet je altijd blijven letten op zwakke schakels. Je moet van meet af aan toetsen of je aannames onder het te ontwikkelen beleid wel kloppen. Je moet je als gemeentebestuur vragen stellen als: hebben we het betreffende maatschappelijke probleem wel goed geanalyseerd, zijn onze beleidsdoelen voldoende in staat dat probleem op te lossen en zijn die doelen wel concreet genoeg, zijn de beleidsmaatregelen in staat om die doelen te bereiken en zijn ze ook doelmatig, hebben we voldoende rekening gehouden met de altijd weerbarstige praktijk, kunnen burgers ermee uit de voeten en zien ze het beleid ook zitten, houden we voldoende mogelijkheden open om het beleid onderweg desgewenst bij te stellen.
‘Je moet bij een raadsbreed akkoord telkens blijven nagaan of je de juist weg bent ingeslagen’
De beantwoording van die vragen verloopt makkelijker als je uitgaat van zo’n raadsbreed akkoord, want de kans dat je zaken over het hoofd ziet is kleiner met zo’n akkoord dan met een eenzijdig akkoord. Je moet wel telkens weer je best doen om na te gaan of je de goede weg bent ingeslagen. Was er maar een soort TomTom die je daarbij de weg wijst, maar zo eenvoudig is het niet. Er zijn twee soorten richtingwijzers waar je veel aan hebt. Ten eerste samenspraak en samenwerking met burgers en ten tweede benutting van kennis uit wetenschap en praktijk. Dat kost tijd en moeite, maar die extra inspanning levert uiteindelijk winst op in de vorm van doeltreffender en doelmatiger beleid, minder herstelkosten van fout beleid, meer vertrouwen bij burgers en vooral ook betere resultaten voor burgers.
Verbindende oplossingen
Het lijkt ons in deze formatieperiode bij gemeenten dan ook zinvol om een raadsbreed akkoord serieus te overwegen. Wat houdt zo’n akkoord in? Geef elke partij de mogelijkheid om een serieuze inbreng te leveren op alle beleidsterreinen, ga na waar overeenkomsten zijn die makkelijk te benutten zijn, zoek ook naar verschillen en ga na hoe die kunnen worden overbrugd (niet via vage compromissen maar via verbindende oplossingen), zorg voor concrete beleidsdoelen, maak afspraken over hoe burgers erbij worden betrokken, spreek af dat de beleidsontwikkeling open/transparant dient te verlopen, geef onderweg nieuwe inzichten voldoende kansen (zelfs als die haaks lijken te staan op eerdere inzichten), spreek af dat beleid niet in beton wordt gegoten zodat er na invoering nog voldoende ruimte is voor verbeteringen. Bijkomend voordeel is dat besturen van een gemeente een stuk leuker wordt, zowel voor de bestuurders als voor de inwoners.
Geef een reactie