Talentmanagement is hot. Talentenbanken worden uit de grond gestampt. Seminars, artikelen en boeken overtuigen de leiders van nu dat ze vooral alle kennis en kunde van hun medewerkers moeten uitbuiten, uhm… benutten. Mensen in hun kracht zetten.
Maar hoe kun je nu iemand in z’n kracht zetten als je maar een klein deel van de persoon ziet. Als de ander er nog niet van overtuigd is dat het talent er echt zit. Sterker nog, hoe kun je je talent ontwikkelen als je niet weet wat jouw talent is.
‘Handig als je eerst zelf ontdekt wat je talent is’
Je hoeft er ook niet persé nu al in uit te blinken, want the expert in anything was altijd nog once a beginner. Handig dus als je eerst zelf ontdekt wat jouw talent is, zodat je het kunt laten groeien, bijschaven, krachtiger kunt maken en bovenal kunt gebruiken én laten zien. Je leest het goed, gewoon laten zien.
Ik ben opgegroeid in een dorpje in het nuchtere West-Friesland. Zo van: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Dus echt van huis uit gewend ben ik dat niet. Maar dat was toen en nu is nu. Nu mag je best zeggen dat je ergens goed in bent, wat je uniek maakt, wat jij kan bijdragen en waar mensen bij jou op kunnen rekenen.
Waar gaat je hart sneller van kloppen? Die vraag stel ik mezelf eens in de zoveel tijd.
Ik maak een tekening van mezelf en schrijf daaromheen wat ik graag zou willen, waar ik blij van word, hoe ik er uit wil zien, etcetera. Daarna bedenk ik of ik dat wat ik wil al voldoende in mijn leven heb of dat ik er meer mee/van wil. Als dat het geval is dan bedenk ik wat ik zou kunnen doen om dat wat ik graag wil ook echt in mijn leven te hebben (en nee ik ben niet perfect, ik wil ook graag een opgeruimd huis, maar kijk nu tegen de afwas aan, terwijl ik in mijn vakantie deze blog aan het schrijven ben). Dus het gaat niet om perfectie, maar dat wat je blij maakt bedenken, benoemen en doen.
Dat wat je niks vindt (dat je teveel tijd doorbrengt op Facebook, hangt op de bank en de hond even snel in de portiek uitlaat) dat hoef je niet te benoemen, als je je aandacht geeft aan dat wat je wel wilt, dan wordt dat wat je niet wilt vanzelf minder.
En dan, dan weet je wat je wilt. Maar dan? Tell it to the world. Ga naar plekken waar mensen zijn die hetzelfde willen/doen als jij. Google het, vertel het op een verjaardag, bij de koffiemachine, ga naar een lezing, volg een training, like organisaties en groepen op Facebook (doe je er toch nog iets nuttigs mee) of schrijf er een blog over. Je staat versteld van de gesprekken die je krijgt als je mensen vraagt naar hun passie, of wat ze zouden worden als alles zou kunnen. Maar ook hoe je elkaar verder kunt helpen om te groeien.
‘Je staat versteld van de gesprekken die je krijgt als je mensen naar hun passie vraagt’
Laatst sprak ik een vriend waarvan ik denk, nou die is talentvol, enorm slim, bedenkt dingen die nog niet eerder zijn uitgevonden, geeft lezingen en doet waar hij goed in is. ‘Dat heb ik ook’, zei hij, toen ik er uitflapte: ‘Ik ben altijd bang dat ik door de mand val, wat weet ik nou eigenlijk helemaal, ik ben het maar.’
We hebben net de Train Je Collega-week achter de rug. Wat vind ik dat een leuk principe. Jij weet iets, je hebt ergens talent voor, je vertelt het de anderen en dan weet je het samen. In het land der blinden is eenoog even koning, zeg maar. Er is niemand van wie je niet iets kunt leren. De tijd van kennis is macht is gelukkig ook in mijn jeugdherinneringen opgelost.
Samengevat: je mag best zeggen dat je ergens goed in bent, of als je dat niet durft, dat je ergens warm van wordt en er iets mee wilt, beter in wilt worden en ontwikkelen. Wordt zo’n functioneringsgesprek toch ineens nog interessant. Geen manager die zegt dat je je niet mag ontwikkelen.
Dus help alle managers in Nederland en show them what you’ve got.
Roos Dael ♻ zegt
superfijn stuk Carmen, dank voor het delen
Rowan Baumann zegt
Erg mooi geschreven artikel Carmen!